Les 11 §11 Zinsdeelzinnen + oefenen so

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lesplanning

* stillezen in je leesboek

* terugblik vorige lessen (laptop)

* oefen so (papier)

Lesdoel

Aan het eind van de 

les kan/weet ik:

* hoofd- en bijzinnen herkennen.

* in samengestelde zinnen de verschillende zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

* welke onderdelen van grammatica zinsdelen ik nog extra moet leren voor de so.

Benoem het voegwoord (onderschikkend, nevenschikkend)
Hij gaat morgen op vakantie en hij neemt wat lekkers mee.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend

Benoem het voegwoord (onderschikkend, nevenschikkend)
Doordat hij op vakantie was, gingen wij naar de bioscoop.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend

Benoem het voegwoord (onderschikkend, nevenschikkend)

Hij werkt of hij werkt niet.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend

(De lolly's uit de snoeppot) waren binnen de kortste keren op.

1. zinsdeel
2. zinsdeelzin

De supporters deden een dansje, (toen hun club de competitie gewonnen had).

1. zinsdeel
2. zinsdeelzin

(Het dochtertje van onze buren) is een ontzettend lief kind.

1. zinsdeel
2. zinsdeelzin

Het schoolgebouw stroomt leeg (zodra de laatste bel gegaan is).

1. zinsdeel
2. zinsdeelzin

(De jongen die daar op de hoek woont), blijkt een heel goede skateboarder.

1. zinsdeel
2. zinsdeelzin

Axel vertelde (dat hij een nachtmerrie had gehad).

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. bwb-zin

Meneer Klaassen stuurde een kaart (aan de buurvrouw die al twee weken ziek was).

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. bwb-zin

Marlies heeft een oppasbaantje, (omdat ze graag extra geld wil verdienen).

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. bwb-zin

(De jongen die spiekte tijdens de toets) kreeg een 1 op zijn rapport.

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. bwb-zin

(Terwijl Suus en Romy buiten wachtten), kocht Sander frikandelbroodjes bij de bakker.

1. ow-zin
2. lv-zin
3. mv-zin
4. bwb-zin

Ik kan onderscheid maken tussen zinsdelen en zinsdeelzinnen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zinsdeelzinnen herkennen en benoemen.

😒🙁😐🙂😃

ZELFSTANDIG WERKEN

Wat :	Maak de oefentoets; kies voor havo of vwo
Hoe :	In je schrift Je mag zachtjes overleggen.
Hulp :	Theorie uit je boek, je hulpkaart en/of je aantekeningen
Tijd :	De rest van de les
Klaar :	Kijk je antwoorden na, antwoordmodel ligt vooraan. Wees kritisch; als je een vraag niet goed hebt, kijk hoe je wel bij het goede antwoord had kunnen komen!

Leren voor de so

Maak de oefentoetsen in Nieuw Nederlands online.

Maak de oefeningen op www.cambiumned.nl.