Je maakt deze periode een speech over een onderwerp. Je gebruikt geen spiekbriekfjes, zodat je vloeiend praat. Je mag wel 3 plaatjes gebruiken, zodat je over deel-onderwerpen kan praten.
1 kies een onderwerp. 2 schrijf je speech uit zodat je weet wat je wilt zeggen. Stap 3 is de speech geven voor de klas.
Eerste Speeches zijn 16-11