10.4 - Hersenen

BS 4: Hersenen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

BS 4: Hersenen

Slide 1 - Slide

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

A
gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
B
schakelcellen en bewegingszenuwcellen
C
schakelcellen en gevoelszenuwencellen

Slide 2 - Quiz

Na een ongeluk: gevoel in de benen is wel aanwezig,
spieren kunnen niet meer bewegen.
Welke zenuwcellen zijn hier aangetast?
A
Bewegingszenuwcel
B
Gevoelszenuwcel
C
Schakelcel

Slide 3 - Quiz

In de afbeelding hiernaast zie je een doorsnede van het ruggenmerg.

Bij welk cijfer komt een impuls die ontstaat in de huid van de rechterarm aan bij het ruggenmerg?
--------------------------------------------------------------------------
Stel jezelf de volgende vragen:
1 wat is de voor- en achterkant
2 welke kant is rechts (spiegelen)

A
Bij punt 1
B
Bij punt 2
C
Bij punt 3
D
Bij punt 4

Slide 4 - Quiz

Hersenstam
onbewuste levensprocessen
regelt reflexen

Slide 5 - Slide

HERSENSTAM
- Geleidt impulsen van ruggenmerg naar grote en kleine hersenen en omgekeerd
- Geleidt impulsen afkomstig van zintuigen in hoofd en hals naar de grote en kleine hersenen
- Geleidt impulsen afkomstig van grote en kleine hersenen naar de spieren en klieren in hoofd en hals

Stuurt belangrijke levensfuncties aan zoals hartslag, ademhaling, bloeddruk en lichaamstemperatuur. 

Slide 6 - Slide

Grote hersenen
Linker en rechterhelft
Bewustwording

Er zijn verschillende hersencentra, cellichamen van schakelcellen liggen in groepjes bij elkaar.
Gevoelscentra ontvangen info van zintuigen
Bewegingscentra sturen spieren of klieren aan, hierin kunnen impulsen ontstaan.

Slide 7 - Slide

De hersenen
  • Vooral de grote hersenen zijn sterk geplooid.

  • Linker VS rechterhelft

  • In de hersenschors (het buitenste gedeelte) van de grote en de kleine hersenen ligt de grijze stof . Hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen van de hersenen.

  •  In het binnenste gedeelte ligt de witte stof. Hierin liggen de uitlopers van schakelcellen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Kleine hersenen
coördinatie
evenwicht bewaren 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stoffen die je hersenen beïnvloeden:
  • Alcohol
  • Drugs
  • Tabak
  • Medicijnen



Kunnen het doorgeven van impulsen remmen of juist stimuleren.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Medicijnen
Waarnemingsvermogen
Reactievermogen
Morfine zorgt ervoor dat impulsen vanuit pijnzintuigen de hersenen niet meer kunnen bereiken.
Medicijnen kunnen rijvaardigheid beïnvloeden.

Slide 14 - Slide

Alcohol
Verdoven van de hersenen
  • Uitschakelen van denken
  • Waarnemingsvermogen neemt af
  • Alcohol vergif, per 1.5 uur breekt je lever 1 glas af

Slide 15 - Slide

Alcohol
  • Na het drinken van alcohol komt dit via het bloed in je hersenen. 
  • Alcohol werkt verdovend. 

  • Je hartslag en ademhaling gaan langzamer en je spieren ontspannen. 

  • Ook je reactie en waarnemingsvermogen nemen af. 

  • Alcohol beïnvloed ook je humeur en je gedrag. Je schaamt je minder en durft meer, sommige mensen worden ook agressief. 

Slide 16 - Slide

Drugs
Verdovende middelen
(Downers)

b.v. heroïne, alcohol
Ontspannen gevoel, hartslag en ademhaling worden langzamer. Spieren ontspannen, impulsen vanaf zintuigen worden minder goed verwerkt.

Slide 17 - Slide

Drugs
Stimulerende middelen
(Uppers)
Meer energie en zelfvertrouwen. 
Hart gaat sneller kloppen, ademhaling versnelt, 
spieren spannen aan.
Energiedrankjes, tabak, xtc

Slide 18 - Slide

Drugs
Bewustzijnsveranderende middelen
(Trippers)
Waarnemingen door de hersenen worden verstoord, stemming verandert. Hartslag versnelt een beetje en je bloeddruk gaat omhoog.
Cannabis (hasj en wiet), paddo's
Meeste drugs is illegaal, gebruik van cannabis wordt in NL gedoogd = niet gestraft onder bepaalde voorwaarden (medicinaal). 

Slide 19 - Slide

Overdosis en verslaving
Tolerantie
- Lichaam bouwt dit op als je vaker gebruikt
Verslaving
      geestelijke afhankelijkheid --> gevoel niet zonder te kunnen
      lichamelijke afhankelijkheid --> ontwenningsverschijnselen
Dopamine geeft je een fijn gevoel, nicotine stimuleert de aanmaak hiervan.

Slide 20 - Slide

Wat is de functie van zenuwcellen?
A
Het doorgeven van signalen
B
Het produceren van hormonen
C
Het verteren van voedsel
D
Het reguleren van de bloeddruk

Slide 21 - Quiz

Welk deel van de hersenen reguleert de ademhaling en hartslag?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam
D
Hypothalamus

Slide 22 - Quiz

Wat is een gevoelszenuw?
A
Een zenuw die bewegingssignalen doorgeeft.
B
Een zenuw die signalen doorgeeft van zintuigen naar het zenuwstelsel.
C
Een zenuw die alleen in de hersenen voorkomt.
D
Een zenuw die schakeltussen verschillende zenuwen.

Slide 23 - Quiz

Wat is een bewegingszenuw?
A
Een zenuw die gevoelssignalen doorgeeft.
B
Een zenuw die schakeltussen verschillende zenuwen.
C
Een zenuw die alleen in de hersenen voorkomt.
D
Een zenuw die signalen doorgeeft van het zenuwstelsel naar spieren of klieren.

Slide 24 - Quiz

Welk type zenuw geeft signalen door van de ene zenuw naar de andere?
A
Schakelzenuw
B
Gevoelszenuw
C
Bewegingszenuw
D
Centrale zenuw

Slide 25 - Quiz

Je hand aan de oven verbranden en terugtrekken gaat
A
Via het ruggenmerg
B
Via de hersenen

Slide 26 - Quiz

Welk type zenuwcellen vind je in de gemengde zenuwen?
A
Bewegingszenuwcel/ schakelcel
B
Bewegingszenuwcel/ gevoelszenuwcel
C
Schakelcel/ gevoelszenuwcel

Slide 27 - Quiz