Kunst en esthetica– Klassieke theorieën over schoonheid (Plato, Aristoteles): schoonheid als eenheid
van delen, maat, verhouding, symmetrie, orde.
– Uomo universale als beschavingsideaal.
– Invloed van contrareformatie op de kunsten.
– Maakbare en beheersbare natuur (bijvoorbeeld tuinen).
– Originaliteit: inventio en aemulatio (bijvoorbeeld 'David' van Michelangelo).
– Retorica en affectenleer.
– Ontwikkelingen binnen theater: aristotelische principes in de tragedie
(bijvoorbeeld Jean Racine) en Engeland (bijvoorbeeld William Shakespeare).
– Lichaamshouding en dans als uiting van beschaving (bijvoorbeeld Baldassare
Castiglione: 'Boek van de hoveling').
– Hofballetten en opera's als poging om het Griekse totaaltheater te reconstrueren.
– Ontwikkelingen in de muziek: prima pratica (polyfonie en homofonie) en seconda
pratica (Claudio Monteverdi): opera, monodie.