1720 - 1750
- barocco (grillige parel) + rocaille (schelp)
- in 18e eeuw rococo: frivool suikerwerk, opgebouwd uit schelpvormen
- Komt voor uit barok
- Geliefd bij aristrocatie: pronkerige interieurstijl, ontleend uit klassieke vormgeving & mythologie
- Frivoler en decadenter dan barok
- Ontdoen van academische beperkingen en voorschriften, zoeken spontaniteit en vrolijkheid in de kunst
- Ovaalvormige plattegronden en samengaan van beeldhouwkunst+schilderkunst+architectuur in de interieurs