herhaling H6

• Wiskunde
• Middelbare school

Vragen H6

In deze les krijg je een aantal vragen over de theorie van hoofdstuk 6. Weet je een vraag niet of heb je een vraag fout beantwoord zorg dan dat je de theorie nog eens doorleest en goed snapt.

Daarnaast ga je natuurlijk nog een paar sommen uit je boek oefenen.

Welke figuren zijn vlakke figuren?

1. 2, 7, 8
2. 1, 3, 4, 5
3. 1,3,8
4. geen

Welke vlakke figuren hebben een rechte hoek ?

1. vlieger
2. parallellogram
3. vierkant
4. ruit

Hoe heet dit figuur:

1. Trapezium
2. Vlieger
3. Parallellogram
4. Vierhoek

Hoe heet dit figuur?

1. parallellogram
2. Vlieger
3. trapezium
4. gelijkbenig trapezium

Hoe heet dit figuur?

1. ruit
2. vierkant
3. vlieger
4. trapezium

Welk vlakke figuur is dit?

1. Trapezium
2. Vierkant
3. Rechthoek
4. Parallellogram

In de tekening hiernaast zie
je vlakke figuren die met
rode lijken zijn verdeeld.
Hoe heten die rode lijnen?

1. strepen
2. symmetrie-assen
3. lijntjes
4. ???

Welke figuren hebben symmetrie assen?

1. 3 en 5
2. 1,2 en 4
3. 2, 4 en 5
4. 1, 3 en 4

Welke van de onderstaande vlakke figuren hebben precies twee symmetrieassen.

1. Vierkant Rechthoek
2. Ruit Vlieger
3. Rechthoek Parallellogram
4. Ruit Rechthoek

We zien een figuur met..

1. Diagonalen
2. Symmetrie-assen

Hoeveel symmetrie assen heeft een vierkant?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 4

Hoeveel symmetrie assen heeft dit figuur?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur denken je?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 6

Hoeveel symmetrie assen kun je hier tekenen?

1. 0
2. 4
3. 8
4. 12

Hoeveel symmetrie assen heeft deze figuur?

1. 2
2. 1
3. 3
4. 0

Hoeveel symmetrie assen heeft een rechthoek?

1. 0
2. 1
3. 2
4. 4

Hoe noem je dit?

1. Motief
2. Patroon

Vraag 8: Welk patroon hieronder is schuifsymmetrisch?

1. 
2. 
3. 
4. Geen van deze.

Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?

1. westen
2. zuiden
3. oosten
4. noorden

2.
Wat is niet waar?

1. Een koershoek meet je vanuit het Zuiden.
2. Een koershoek is in graden.
3. Bij het vertrekpunt teken je de Noordpijl.
4. Koers is bijvoorbeeld Zuiden.

Hoe heten de hoeken 2 en 5?

1. Gestrekte hoeken
2. Rechte hoeken
3. Overstaande hoeken
4. Stompe hoeken

Welke hoeken zijn samen 180 graden?

1. ∠A​1​​+∠A​2​​
2. ∠A​1​​+∠A​3​​
3. ∠A​2​​+∠A​4​​
4. ∠A​2​​+∠A​3​​

Hoeveel graden zijn de hoeken van een driehoek samen?

1. 0
2. 90
3. 180
4. 360

Alle hoeken van een vierhoek zijn samen

1. 180 graden
2. Altijd verschillend
3. 540 graden
4. 360 graden

Welke kijkhoek is het grootst?

1. David
2. Maas

Als je door een raam naar buiten kijkt zie je alles binnen jouw kijkhoek. Wat gebeurd er met de kijkhoek als jij dichter bij het raam gaat staan?

1. De kijkhoek blijft gelijk
2. De kijkhoek wordt kleiner
3. De kijkhoek wordt groter
4. Ik heb geen kijkhoek meer

4.
Schaal is 1:400
Hoe spreek je dit uit?

1. 1 dubbele punt 400
2. 1 2 stipjes 400
3. 1 gedeeld door 400
4. 1 staat tot 400

5 cm op de kaart, is in werkelijkheid 5 km. Wat is dan de schaal?

1. 1 : 1
2. 1 : 10 000
3. 1 : 100 000
4. 1 : 1 000 000

Bereken de werkelijkheid
Schaal 1:30
Schaalmodel is 3 cm.

1. 10
2. 120
3. 90
4. 30

Schaal 1 : 80
Schaalmodel is 7 cm.

Bereken de werkelijkheid

1. 870
2. 120
3. 560
4. 480

1. schaal 1:15
2. schaal 1: 75

1. Schaal 4:1
2. Schaal 1:4
3. Schaal 6:1
4. Schaal 1:6

Hoe heet dat
zwart/witte ding?

1. een lijn
2. een schaal
3. een lineaal
4. een schaallijn

Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?

1. 1:200
2. 1:1200
3. 1:20000
4. 200:1200

5. Welke schaal hoort bij deze schaallijn? Ga er vanuit dat 1 stukje 1 cm is!

1. 1 : 25
2. 1 : 25000
3. 1 : 2500
4. 1 : 250

Schaal op een kaart is 1 : 4.000.000
Hoeveel kilometer is 1 cm op de kaart in werkelijkheid?

1. 4 kilometer
2. 40 kilometer
3. 0.4 kilometer
4. 400 kilometer

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

Wat is de oppervlakte van de
rechthoek?

1. 5cm​2​​
2. 10cm
3. 12,5cm​2​​
4. 10cm​2​​

Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?

1. 1m​2​​
2. 10km​2​​
3. 10m​2​​
4. 1km​2​​

Oppervlakte van een driehoek

1. ​2​​1​​⋅zijde⋅hoogte
2. ​2​​1​​⋅zijde⋅bijbehorendehoogte
3. zijde⋅hoogte
4. zijde⋅bijbehorendehoogte

Bereken de oppervlakte van de driehoek.

1. 14cm​2​​
2. 4cm​2​​
3. 28cm​2​​
4. 12cm​2​​

Wat is de oppervlakte van de driehoek hiernaast?

1. 364mm​2​​
2. 390mm​2​​
3. 336mm​2​​
4. 108mm​2​​

De rode lijn is ….

1. de oppervlakte van de cirkel
2. de omtrek van de cirkel
3. de diameter van de cirkel
4. de straal van de cirkel

Oppervlakte cirkel = ...

1. straal⋅straal⋅π
2. straal⋅π
3. diameter⋅π
4. diameter⋅π⋅π

Bereken de oppervlakte
van de cirkel.

1. 5Xπ=15,71cm​2​​
2. 5x5=25cm²
3. 5X5Xπ=78,54cm​2​​
4. 10Xπ=31,41cm​2​​

Bereken de oppervlakte van de cirkel

1. 314 cm
2. 78,5 cm
3. 15,7 cm
4. 31,4 cm

Bereken de omtrek
van de cirkel.

1. 5⋅π=15,71cm​2​​
2. 5⋅5=25cm​2​​
3. 5⋅5⋅π=78,54cm​2​​
4. 10⋅π=31,41cm​​​

Bereken de omtrek
van de cirkel in meters.

1. 62,831...m
2. 256,637...m
3. 125,663...m
4. 5026,548...m