Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Herhaling H5: Steden en staten
Slide 1 - Slide
De drie standen
Eerste stand = geestelijkheid
Tweede stand = adel
Derde stand = boeren
Slide 2 - Slide
platteland en stad:
vanaf ongeveer het jaar 1000 veranderen er dingen:
- Boeren krijgen meer akkers
- Boeren gingen een andere ploeg gebruiken.
gevolg: Grotere oogst, meer voedsel, mensen leven langer, bevolking groeit.
Slide 3 - Slide
platteland en stad:
Boeren gaan hun landbouwoverschot verkopen, dit doen ze op markten.
- knooppunten van land- en waterwegen.
- bij een kasteel.
Hierdoor groeit de handel.
Slide 4 - Slide
platteland en stad
handelaren en ambachtslieden gingen steeds vaker bij een markt wonen, zo groeiden marktplaatsen vaak uit tot steden.
Slide 5 - Slide
In de stad: Gilden
- samenwerking van een beroep om op te komen voor de belangen van de eigen groep.
- bepalen van werktijden.
- bepalen van prijzen.
- controleren van de kwaliteit van producten.
- Beroepsopleiding, je mag pas na een meesterproef zelf een bedrijf starten.
Slide 6 - Slide
In de stad: Gilden
- zorgen voor bejaarde en zieke leden en voor de weduwen van gestorven meesters.
- organiseren van feesten, kerkelijke bijeenkomsten en begrafenissen.
Slide 7 - Slide
In de stad: Ziekten
Veel mensen gingen dood aan de pest (de zwarte dood)
Slide 8 - Slide
In de stad: Bestuur
Schout
Schepenen
Burgemeester
Slide 9 - Slide
Internationale handel
de Hanze: verbond tussen handelssteden aan de Oostzee en Noordzee.
- geen belasting vragen aan elkaar.
- samen strijden tegen vijanden, zoals piraten.
Slide 10 - Slide
Maak vraag 6 a t/m d blz. 184-185
timer
6:00
Slide 11 - Slide
De Hanze
Slide 12 - Slide
De hanze steden
Wat ga je leren?
Uitleg
Atlas opdracht
Bespreken
Slide 13 - Slide
Wat ga je leren?
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat de Hanze deden en waar ze voorkwamen.
Aan het einde van de les kun je 2 voordelen noemen van de samenwerking van de Hanzesteden.
Slide 14 - Slide
Waarom was er een bevolkingsgroei en ontstonden er steden en handel?
A
Er werden opeens meer mensen geboren.
B
Door nieuwe uitvindingen zoals het tweeslagstelsel en een houten ploeg.
C
Door klimaatverandering, het werd droger en warmer, waardoor de grond vruchtbaarder werd.
D
Door nieuwe uitvindingen zoals het drieslagstelsel en een ijzeren ploeg.
Slide 15 - Quiz
Waar denk je aan bij de Hanze steden?
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Hanzesteden
Een groep handelaren die samenwerkten, verspreid over verschillende steden.
Vaak handelden ze in dezelfde producten.
Voordelen?
Goedkoper
Veiliger
Samen sterk tegen landsheren
Vanaf 1356 was de Hanze een verbond van steden, dus niet meer alleen van de handelaren in die steden.
Slide 20 - Slide
Groot netwerk
De Hanze werd een machtig netwerk.
Veel routes liepen over de Oostzee.
Ook handel buiten dit gebied. Bijvoorbeeld met Londen en Spaanse steden.
Vaak aan een zee of een (grote) rivier.
Slide 21 - Slide
Handel en vervoer
Er werd gehandeld in producten als zout, granen, vis, hout, wijn, bier, dierenhuiden en linnen.
Het vervoer ging over zee en rivieren --> koggeschepen.
De Hanzesteden groeiden en bouwden stadsmuren en koopmanshuizen en opslagplaatsen.
Slide 22 - Slide
Koggeschip
Het Koggeschip was een handelsschip en kon veel lading mee nemen. Dit was het belangrijkste schip dat de Hanzesteden gebruikten om over de Oostzee & de Noordzee te varen. Door de jaren heen hebben archeologen veel koggeschepen gevonden. Daarom hebben wij nu een goed beeld van deze schepen.
Slide 23 - Slide
Waarom was de Hanze opgericht?
1. Samen reizen was veiliger. Ze konden elkaar beschermen tegen piraten.
2. Hierdoor kon je Handel uitbreiden.
3. Hanzeschepen hoefden geen of weinig tol te betalen.
4. Samenwerken ging concurrentie tegen.
Slide 24 - Slide
Einde Hanzesteden
In de 16e eeuw viel het Hanzeverbond uit elkaar (concurrentie).
Antwerpen werd het nieuwe centrum van de handel.
Tot 1585 toen nam Amsterdam het over.
Hierna werd de handel meer op de wereldzeeën gericht.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Meerkeuzevragen
Slide 27 - Slide
Het tijdvak van steden en staten duurt van .... tot .....
A
500 - 1000 n. Chr.
B
1000 - 1500 n. Chr.
C
1500 - 1600 n. Chr.
D
1600 - 1700 n. Chr.
Slide 28 - Quiz
wat gebeurde er in de tijd van de steden en staten?
A
opkomst van de handel in de steden
B
hervorming
C
ontdekkingsreizen
D
renaissance
Slide 29 - Quiz
Waardoor werden de oogsten groter rond het jaar 1000?
A
gebruik van kunstmest
B
gebruik van het wiel
C
gebruik van het halsjuk
D
gebruik van aardappels
Slide 30 - Quiz
Waar ontstonden de eerste steden?
A
Langs de rivier.
B
In de buurt van het kasteel of klooster.
C
Bij drukke kruispunten van wegen.
D
Alle antwoorden zijn goed.
Slide 31 - Quiz
Wat zijn stadsrechten?
A
Recht van een stad op eigen bestuur
B
Recht van een heer om een stad te besturen
C
Recht om een stad te bouwen
D
Recht om een stad in te nemen
Slide 32 - Quiz
Een stad kon stadsrechten krijgen.
Wat is GEEN stadsrecht?
A
De stad mocht zelf rechtszaken houden
B
De stad mocht zelf belasting ophalen
C
De stad mocht stadsmuren bouwen
D
De stad hoefde de landheer niks meer te betalen
Slide 33 - Quiz
Een geldeconomie is wanneer je spullen ruilt voor andere spullen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute
Slide 35 - Quiz
De Hanzesteden zijn een groot netwerk op het gebied van handel. Wat is een voordeel van de Hanze?
A
Geen tol voor andere Hanzesteden.
B
De Hanze steden werken samen
C
samen reizen voor veiligheid
D
De hanze heeft geen voordelen
Slide 36 - Quiz
700 jaar later kunnen wij heel goed verklaren waarom de Zwarte Dood zich kon verspreiden in Europa. Welke verklaring werd in die tijd het meest gebruikt en geloofd?
A
De Zwarte Dood was een natuurverschijnsel
B
De Zwarte Dood is een straf van God
C
De Zwarte Dood was de schuld van China
D
De Zwarte Dood was een verzinsel, fake news
Slide 37 - Quiz
Wat is een Gilde?
A
een handelaarsvereniging in de stad
B
een boerenvereniging op het platteland
C
een knutselvereniging op het platteland
D
een beroepsvereniging in de stad
Slide 38 - Quiz
Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 39 - Quiz
Een bisschop is een
A
Leider van een kerk
B
Leider van een kerkprovincie
C
Leider van de paus
D
Een persoon die heilig is verklaard
Slide 40 - Quiz
Als een gildelid ziek is, zorgen de andere leden voor hem en zijn gezin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 41 - Quiz
Wat wordt met het plaatje hiernaast uitgelegd?
A
De gilden in Europa
B
Het Hanze-verbond
C
De schepenen van steden in Europa
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist
Slide 42 - Quiz
In welke gebieden dreef de Hanze veel handel?
A
Waddenzee en Middellandse zee
B
Middellandse zee
C
Oost-zee en Waddenzee gebied
D
Oost-zee en Noord-zee gebied
Slide 43 - Quiz
Maak de oefenvragen
Slide 44 - Slide
Opdrachten
We gaan aan de slag met de historische atlas.
Je hebt voor de opdracht kaart 12C nodig.
Tijd? 15 minuten
timer
15:00
Slide 45 - Slide
Weten jullie het nog?
Waar lagen de Hanze en wat deden ze?
Noem 2 voordelen van de samenwerking tussen de Hanze.