Quiz Duitsland 2024 (ohne Grammatik)

Das Deutsch Quiz 2024
1 / 41
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Das Deutsch Quiz 2024

Slide 1 - Slide

Duits is de meest gesproken moedertaal in Europa.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is de grootste stad van Duitsland?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn

Slide 3 - Quiz

Welke kleuren heeft de Duitse vlag?
A
schwarz - gelb - rot
B
schwarz - rot- gelb
C
schwarz - gelb - grau
D
schwarz - rot - gold

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Duitsland is niet in provincies, maar in Bundesländer verdeeld. Hoeveel Bundesländer heeft Duitsland?
A
9
B
13
C
12
D
16

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
5
B
7
C
9
D
12

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Video

Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Fahrbahn
B
Autobahn
C
Schnellweg
D
Fahrweg

Slide 10 - Quiz

Wat is een Stau?
A
wegwerkzaamheden
B
afrit
C
file
D
parkeerplaats

Slide 11 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Duitsland?
A
83 Millionen
B
802 Tausend
C
75 Millionen
D
67 Millionen

Slide 12 - Quiz

Welk Bundesland heeft de meeste inwoners?
A
Nordrhein-Westfalen
B
Bayern
C
Hessen
D
Niedersachsen

Slide 13 - Quiz

Hoe heet de hoogste berg van Duitsland?
A
Zugspitze
B
Feldberg
C
Matterhorn
D
Hohe Acht

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Wat zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
der Berliner Dom
C
der Bundestag
D
das Brandenburger Tor

Slide 16 - Quiz

Wat is het grootste pretpark van Duitsland?
A
Wunderland Kalkar
B
Movie Park Germany
C
Fort Fun
D
Europapark

Slide 17 - Quiz

Wie sagt man Hallo und Tschüss in Bayern und Österreich?
A
Servus
B
Tschau
C
Moin
D
Tach

Slide 18 - Quiz

der Kuchen =
A
de cake
B
het gebak
C
het koekje
D
de taart

Slide 19 - Quiz

Kartoffelsalat
Flammkuchen
Maultaschen
Lebkuchen
Kaiserschmarrn
Bratwurst

Slide 20 - Drag question

Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...
A
braadworst met saus
B
soort gehaktbal
C
broodje kroket
D
frikandel met mayo, curry en uitjes

Slide 21 - Quiz

Hoe heet deze taart?
A
Schwarzwälder-Kirsch
B
Bienenstich
C
Sachertorte
D
Süßer Kirschenmichel

Slide 22 - Quiz

Apfelstrudel
Schweineohr
Currywurst
Brezel

Slide 23 - Drag question

Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Toyota
C
Mercedes
D
Volkswagen

Slide 24 - Quiz

Welke drie merken zijn Duits?

A
Ikea, Facebook en Chanel
B
Dr. Oetker, Adidas en Porsche
C
Apple, Porsche und Nike

Slide 25 - Quiz

Hoe noemen de Duitser dit figuurtje?
A
Gartenzwerg
B
Gartenmann
C
Gartenkerlchen
D
Zaunkabalter.

Slide 26 - Quiz

Een Duitse jongere spreekt zijn eigen oma aan met …
A
du (jij)
B
Sie (u)

Slide 27 - Quiz

"bellen" betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen

Slide 28 - Quiz

De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller

Slide 29 - Quiz

Duitsers betalen ook sinds 2002 met euro 's. Wat was daarvoor de munteenheid in Duitsland?
A
Das deutsche Pfund
B
Die deutsche Krone
C
Die deutsche Mark
D
Der deutsche Franken

Slide 30 - Quiz

Wat is het hoogste cijfer dat men in Duitsland kan halen?
A
10
B
6
C
8
D
1

Slide 31 - Quiz

Hoe noem je de basisschool in het Duits?
A
Hauptschule
B
Grundschule
C
Kindergarten
D
KITA

Slide 32 - Quiz


Waar heeft Arjan Robben gespeeld?
A
FC Kaiserlautern
B
HSV Hamburg
C
Schalke 04
D
Bayern München

Slide 33 - Quiz


A
Anke Merzel
B
Angelika Merz
C
Angela Merkel
D
Anke Engelke

Slide 34 - Quiz

Peter Fox
Olaf Scholz
Albert Einstein
Sebastian Vettel
Cro
Helene Fischer
Manuel Neuer

Slide 35 - Drag question


Welke modedesigner is Duits?
A
Giorgio Armani
B
Louis Vuitton
C
Hugo Boss
D
Karl Lagerfeld

Slide 36 - Quiz

Wat is een Duitse uitvinding?
A
tandpasta
B
onderzeeboot
C
flitspaal
D
bluetooth

Slide 37 - Quiz

Een Duitser vond ................... uit.
A
het televisietoestel
B
gummybeertjes
C
voetbal
D
smeerkaas

Slide 38 - Quiz

Wat is een Duitse uitvinding?
A
asperientje
B
vierwielaandrijving
C
microscoop
D
brandweerslang

Slide 39 - Quiz

Wo findet das Oktoberfest statt?

Slide 40 - Open question

Gut gemacht! 

Slide 41 - Slide