This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Das Deutsch Quiz 2024
Slide 1 - Slide
Duits is de meest gesproken moedertaal in de Europese Unie.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Duits is de meest gesproken taal in Europa. Dat mensen in Zwitserland en Oostenrijk Duits praten, weet iedereen. Maar waar wordt het nog meer als moedertaal gesproken?
A
In Italië, België en Luxemburg
B
In Denemarken,
Liechtenstein en
Italië
C
In Zweden, Spanje en Luxemburg
Slide 3 - Quiz
Wat is de grootste stad van Duitsland?
A
Hamburg
B
Frankfurt
C
Berlijn
Slide 4 - Quiz
Welke kleuren heeft de Duitse vlag?
A
schwarz - gelb - rot
B
schwarz - rot- gelb
C
schwarz - gelb - grau
D
schwarz - rot - gold
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Duitsland is niet in provincies, maar in Bundesländer verdeeld. Hoeveel Bundesländer heeft Duitsland?
A
9
B
13
C
12
D
16
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?
A
5
B
8
C
9
D
12
Slide 9 - Quiz
Hoe heet de snelweg in het Duits?
A
Fahrbahn
B
Autobahn
C
Schnellweg
D
Fahrweg
Slide 10 - Quiz
Wat is een Stau?
A
wegwerkzaamheden
B
afrit
C
file
D
parkeerplaats
Slide 11 - Quiz
Hoeveel inwoners heeft Duitsland?
A
83 Millionen
B
802 Tausend
C
75,3 Millionen
D
17 Millionen
Slide 12 - Quiz
Welk Bundesland heeft de meeste inwoners?
A
Nordrhein-Westfalen
B
Bayern
C
Hessen
D
Niedersachsen
Slide 13 - Quiz
Hoe heet de hoogste berg van Duitsland?
A
Zugspitze
B
Feldberg
C
Matterhorn
D
Hohe Acht
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Wat zie je hier?
A
der Fernsehturm
B
der Berliner Dom
C
der Bundestag
D
das Brandenburger Tor
Slide 16 - Quiz
A
Frankfurt
B
Köln
C
Düsseldorf
D
München
Slide 17 - Quiz
Wat is het grootste pretpark van Duitsland?
A
Wunderland Kalkar
B
Movie Park Germany
C
Fort Fun
D
Europapark
Slide 18 - Quiz
der Kuchen =
A
de cake
B
het gebak
C
het koekje
D
de taart
Slide 19 - Quiz
Kartoffelsalat
Flammkuchen
Maultaschen
Lebkuchen
Kaiserschmarrn
Bratwurst
Slide 20 - Drag question
Hoe heet dit gerecht?
Slide 21 - Drag question
Hoe heet dit gerecht?
Slide 22 - Drag question
Wat krijg je als je in Duitsland een "Frikadelle" bestelt? Een ...
A
braadworst met saus
B
soort gehaktbal
C
broodje kroket
D
frikandel met mayo, curry en uitjes
Slide 23 - Quiz
Hoe heet deze taart?
A
Schwarzwälder-Kirsch
B
Bienenstich
C
Sachertorte
D
Süßer Kirschenmichel
Slide 24 - Quiz
Apfelstrudel
Schweineohr
Currywurst
Brezel
Slide 25 - Drag question
Hoe heet dit gerecht?
Slide 26 - Drag question
Hier staan vier automerken. Welk automerk komt niet uit Duitsland?
A
BMW
B
Volvo
C
Opel
D
Volkswagen
Slide 27 - Quiz
Welke drie merken zijn Duits?
A
Ikea, Facebook en Chanel
B
Dr. Oetker, Adidas en Porsche
C
Apple, Porsche und Nike
Slide 28 - Quiz
Hoe noemen de Duitser dit figuurtje?
A
Gartenzwerg
B
Gartenmann
C
Gartenkerlchen
D
Zaunkabalter.
Slide 29 - Quiz
Een Duitse jongere spreekt zijn eigen oma aan met …
A
du (jij)
B
Sie (u)
Slide 30 - Quiz
"bellen" betekent in het Duits ...........
A
blaffen
B
roepen
C
schreeuwen
D
huilen
Slide 31 - Quiz
De meest voorkomende Duitse achternaam is .................
A
Jansen
B
Meier
C
Schmidt
D
Müller
Slide 32 - Quiz
Duitsers betalen ook sinds 2002 met euro 's. Wat was daarvoor de munteenheid in Duitsland?
A
Das deutsche Pfund
B
Die deutsche Krone
C
Die deutsche Mark
D
Der deutsche Franken
Slide 33 - Quiz
In het Duits zet je soms een Umlaut op:
A
de a, o, i, u
B
de i, u, e
C
de a, o, u
D
de a, i, u, o, e
Slide 34 - Quiz
juist of onjuist? de vertaling van "es"= het de vertaling van "ihr"= jullie
A
juist
B
onjuist
Slide 35 - Quiz
Wat is het hoogste cijfer dat men in Duitsland kan halen?