Week 7 Part 2

Welcome
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welcome

Slide 1 - Slide

What did we do / talk about last lesson?
timer
1:00

Slide 2 - Open question

planning


  • Herhaling Vorige les
  • Grammatica
  • Opdrachten

Slide 3 - Slide

Homework


Maak op itslearning Paragraaf 1.4 
Opdracht 5: Waar zeggen de onderstreepte woorden wat over.
Opdracht 6: kies het juiste versterkende bijwoord
Opdracht 9: Schrijf een berichtje aan je docent in het Nederlands.


Slide 4 - Slide

Goals
At the end of this lesson...
  • I know how to use voortzetsels van plaats

Slide 5 - Slide

Waarvoor kun je een versterkend bijwoord gebruiken?

Slide 6 - Open question

Versterkende bijwoorden

  • Je kunt een versterkend bijwoord gebruiken om de betekenis van het volgende woord te versterken. 

  • Ze staan voor het woord waarover ze iets zeggen.

  • That level is incredibly difficult.
  • The man is so strong


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Voorzetsels van plaats
  • Je gebruikt voorzetsels van plaats om aan te geven waar iemand is. 

  • Bijvoorbeeld:

  • De muis staat achter de bank
  • The mouse is behind the couch



Slide 10 - Slide

Voorbeeld:
  • I'm standing behind the chair.

  • I'm standing in front of the chair.

  • I'm standing next to the chair.

  • I'm standing between the chairs.

  • I'm standing on the chair.

Slide 11 - Slide

Voorzetsels van plaats






Leer deze uit je hoofd!


Slide 12 - Slide

Plaats de voorzetsel in het huisje
in
above
behind
in front of
next to

Slide 13 - Drag question

2

Slide 14 - Video

01:50
Hoe vertaal je: ik zit op school nu
A
I am at school now
B
I am on school now

Slide 15 - Quiz

02:15
Hoe vertaal je: ik zie je bij de bioscoop.
A
I will see you by the cinema.
B
I will see you at the cinema.

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

There was a boy ____the window.
A
at
B
in
C
on
D
between

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste voorzetsel van plaats:

Do you take sugar __ your coffee?
A
at
B
on
C
in
D
above

Slide 18 - Quiz

Maak een voorbeeld zin met een voorzetsel van plaats in het Engels.

Slide 19 - Open question

Homework

 Maak in itslearning Paragraaf 1.4 
Basis:
Opdracht 7: vul de voorzetsels van plaats in.
Opdracht 8: Schrijf de zinnen in het engels op met behulp van voorzetsels.
Kader:
Opdracht 6: Lees de tekst: vul de juiste voorzetsels van plaats
Opdracht 7: Schrijf volledige zinnen met behulp van de voorzetsels van plaats. klaar --> Opdracht 8


Slide 20 - Slide