H5, les 9

• Economie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Economie jaar 3

Hoofdstuk 5

Pak bladzijde 70 en 71 erbij! 

Inhoud van de les

• Opdrachten bespreken?
• Verlengde instructie
• Aan de slag

Doelen:

- Je kan benoemen welke onderwerpen je beheerst en welke nog niet. 

- Je kan vanuit de beginbalans en mutatiebalansen een eindbalans opstellen.

Wat moet je kunnen?

• Balans

            Betekenis en de onderdelen

• Mutatiebalans
• Eindbalans opstellen 
• Resultatenrekening 
• Rekenen met btw 

Planning

Datum:	Onderwerp les 1:	Onderwerp les 2:
15 - 19 april	- Eindbalans	- Doornemen resultatenrekening - BTW
22 - 26 april	- BTW - Extra opdracht	Bouwsteen
29 - 10 mei	Vakantie	Vakantie
13 - 17 mei	Herhalen en leren	Diatoets Nederlands
20 - 24 mei	Pinksteren	Toets hoofdstuk 5

Route naar de eindbalans

Beginbalans --> balans van het begin van de periode

Mutatiebalansen --> allerlei gebeurtenissen zoals kosten, inkopen en verkopen

Eindbalans --> de beginbalans gecorrigeerd met de mutatiebalansen

Opdrachten maken

Wat: Maak opdracht 5.18 vanaf bladzijde 68.

Tijd: 15 minuten

Hulp nodig?: gebruik de antwoorden in de tabel van blz. 67 en 68

Eerste vijf minuten zelf proberen dan pas voor vragen naar de docent. 

Klaar: maak opdracht 5.19 en 5.20 op blz. 69.

Let op: zet ook de berekeningen in je schrift

BTW --> belasting toegevoegde waarde

Btw is een belasting die consumenten moeten betalen over de producten die zij kopen. 

Btw wordt ook wel omzetbelasting genoemd.

21% btw: algemeen tarief.

9% btw: eten en drinken en een aantal uitzonderingen zoals boeken en reparaties aan fietsen. 

Btw voor ondernemers

Btw over de omzet is 'te betalen btw'. Deze btw moet je betalen aan de belastingdienst.

Btw over de inkoop en kosten is 'te vorderen btw'. Deze btw mag je terugvragen van de belastingdienst. 

Btw vraag

Zoey heeft haar baan opgezegd en is ondernemer geworden. Zij koopt voetbalspullen in en verkoopt deze weer. 

Zij heeft verkocht voor €2350 inclusief 21% btw. 

Zij heeft ingekocht voor €860 exclusief 21% btw.

Zij heeft diverse kosten gehad van €1140 inclusief 21% btw.

Krijgt zij belasting terug of moet zij juist betalen aan de belastingdienst?

Opbouw consumentenprijs

Bedrag exclusief btw	100%
btw	9% of 21%
Bedrag inclusief btw (Consumentenprijs)	109% of 121%

Beheersing toetsstof

Schrijf het volgende op:

Welke twee onderdelen beheers je goed?

Welke twee onderdelen begrijp je nog minder goed?

Zelfstandig werken

Ga bezig met de opdrachten uit het boek of maak nog een extra opdracht. 

De docent zal rondlopen om vragen te beantwoorden. 

Werk in stilte zodat vragen beantwoord kunnen worden. 

Opdrachten maken

Wat: ga zelfstandig bezig met een van de volgende onderdelen:

- Opdrachten t/m 5.24.

- Extra opdracht 'gehaktbal kiekeboe'.

- Bouwsteen 5.1

Tijd: 20 minuten in totaal. 

Hulp nodig?: Eerst probeer je het 5 minuten zelf. Daarna kan ik eventueel aan een deel uitleg geven. 

Klaar?: Vraag de antwoorden en ga verder met een volgend onderdeel.  

Let op: zet ook de berekeningen in je schrift

Vaste activa zijn bezittingen die meer dan 1 jaar mee gaan.

1. Juist
2. Onjuist

Wat valt er onder liquide activa?

1. Debiteuren en bank
2. Lening bank en crediteuren
3. Voorraad goederen en debiteuren
4. Bank en kas

Vaste activa

Vlottende activa

Kort vreemd vermogen

Crediteuren

Inventaris

Debiteuren

Links op de balans staan de bezittingen.

1. Juist
2. Onjuist

Hoeveel procent btw zit er op een frikandelbroodje?

1. 21%
2. 9%
3. 6%
4. Vrijgesteld van btw

Een nike tech trainingspak kost inclusief btw € 115.
Wat is het bedrag aan btw?

1. €9,50
2. €10,35
3. €19,96
4. €24,15

Beheersing toetsstof

Schrijf het volgende op:

Welke twee onderdelen beheers je goed?

Welke twee onderdelen begrijp je nog minder goed?

Afsluiting les:

Doelen: 

- Je kan rekenen met BTW.

- Je kan vanuit de beginbalans en mutatiebalansen een eindbalans opstellen.