Basis Unit 4, Lesson 4.3 Word Order + PractiseMore

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1-3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

20 January 2025
Monday





Is it yours???


Slide 2 - Slide

Afspraken in 2025
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert/ bent dus stil en werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromeboek alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd
  • Als je geen pen of boek niet hebt, dan blijf je voor een extra les

Slide 3 - Slide

Lesson plan
Homework
Unit 4, Lesson 4.2
Grammar: 
  • English word order
  • PractiseMore 4.2
Homework

Slide 4 - Slide

Today's goals
  • You know the correct word order. 

  • You can create and arrange sentences into the proper order.

Slide 5 - Slide

StudyGO - Unit 4
Lesson 4.1 + 4.2, page 170

or 

Unit 3
Lesson 1/2/4






timer
7:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Word order: Strange, it is.

Slide 8 - Slide

20 January 2025
Friday

Slide 9 - Slide

What is the correct word order in English?
A
place before time
B
time before place

Slide 10 - Quiz

Noem een voorbeeld (in het Engels) van een tijdsbepaling.

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 10 seconden. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
0:40

Slide 11 - Slide

Noem een voorbeeld (in het Engels) van een plaatsbepaling.

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 10 seconden. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
0:40

Slide 12 - Slide

Word order: Is this sentence correct?

I always swim on Saturdays here.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Word order of the English sentence
Wie
Doet
Wat/Wie
Waar 
Wanneer

Slide 14 - Drag question

Put the sentence in the correct order
I
don't like doing
my homework
in the weekend
in my room

Slide 15 - Drag question

Zinsvolgorde: wat is het belangrijkste in een Engelse zin?

  1. Denktijd (zelf): 30 seconden. 
  2. Wissel uit: 30 seconden. Ga staan en bepaal samen wat het juiste antwoord is. Zijn jullie eruit? Dan gaan jullie zitten. 
  3. Beurten! (Ik weet wie)
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Word order = woordvolgorde
Wie doet wat /wie waar wanneer
                  (PIET - plaats/tijd)
Schrijf dit op in je schrift!

Slide 17 - Slide

Homework check
Unit 4 - Lesson 2 Writing -
Exc. 19/20, page 25 -26
Exc. 21, page 26 +
Exc. 22, page 27

Slide 18 - Slide

Unit 4 Lesson 2
Do:
CromeBook  - Unit 4 - Lesson 2 Writing - PractiseMore



timer
15:00

Slide 19 - Slide

Zinsvolgorde:
Wat is de belangrijkste regel bij het schrijven van een Engelse zin?

Slide 20 - Open question


Tuesday, 21 January 2025
Study: Unit 4, Lesson 1 - Words 4.1 +4.2, Phrases 4.2 page 170


Do:
CromeBook - Unit 4 - Lesson 2 Writing - PractiseMore

Slide 21 - Slide