Anatomie plaatsbepalingen

Sportmassage

“There are a thousand excuses for failure but never a good reason”

-Mark Twain

1 / 17
next
Slide 1: Slide
AnatomieBeroepsopleiding

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 300 min

Items in this lesson

Sportmassage

“There are a thousand excuses for failure but never a good reason”

-Mark Twain

Slide 1 - Slide

Waar houdt de anatomie zich mee bezig?

Slide 2 - Open question

Anatomie, Fysiologie & Pathologie
  • Hoe ziet het menselijk lichaam eruit?

  • Hoe functioneert het?

  • Wat Functioneert er niet en waarom niet?


Slide 3 - Slide

Anatomische houding

  • Voeten schouder breedte

  •  Handpalmen naar voren

Slide 4 - Slide

Cranium = Schedel
Craniaal --> Dichterbij de schedel gelegen
Superior = Opperste (hogere)

Iets ligt hoger dan iets: Het ligt superior aan de Spina scapula
Caudum= Staart

Dichter bij de staart gelegen. In de praktijk werk je van Caudaal naar Craniaal
Inferior = ondergeschikt (mindere) --> lager gelegen dan

Iets ligt lager dan iets --> Het ligt inferior aan de Spina Scapula

Slide 5 - Slide

Mediaal --> Dichter bij de mediaanlijn --> dichterbij het midden
Lateraal --> Verder van de mediaanlijn af --> Van het midden af


Slide 6 - Slide

Ventrum = buik --> Ventraal is buikzijde (voorzijde)
Anterior = Voorste --> voorzijde, voorkant
Dorsum = rug --> Dorsaal is rugzijde, achterkant
Posterior --> achterste --> achterzijde of achterkant

Slide 7 - Slide

Perifeer aan de oppervlakte gelegen = de periferie
Superficialis = oppervlakkig (Denk aan Superficial = iemand is oppervlakkig)
Externus = aan de buitenkant extern
Centraal = naar het midden (binneste) toe.
Het afpellen van een ui (de binnenkant is centraal de buitenkant is perifeer)
Profundus = diepergelegen (Profound = diepzinnig)
Internus = naar het midden (binneste) toe

Slide 8 - Slide

Palmair = palmzijde van de hand
Dorsum = rug --> Dorsaal is rugzijde (hand)

Slide 9 - Slide

Rechts
Links

Slide 10 - Slide

Proximaal = dicht(er)bij het centrum (romp)

Massagehandgrepen worden van distaal naar proximaal uitgevoerd

Distaal = verder van het centrum (romp)

Iets ligt distaal t.o.v. iets

Slide 11 - Slide

Plantair = voetzoolzijde
Dorsum = rug --> Dorsaal is rugzijde (van de voet)

Slide 12 - Slide

Bewegingen vinden plaats in een vlak --> vlakken zijn groot...

Slide 13 - Slide

Bewegingen vinden plaats om een as --> assen zijn dus klein... (gefixeerd punt waaromheen iets beweegt)  bij een lichaam is dat denkbeeldig

Slide 14 - Slide

Sagittaal vlak
Frontaal vlak
Transversaal vlak

Slide 15 - Drag question

  • Flexie
  • Exensie
  • Anteflexie
  • Retroflexie
  • Ventraalflexie
  • Dorsaalflexie
  • Plantairflexie
  • Palmairflexie
  • aBductie
  • aDductie
  • Lateroflexie
  • Ulnairdeviatie
  • Radiaaldeviatie
  • Torsie
  • Endorotatie
  • Exorotatie
  • Pronatie
  • Supinatie

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide