Debatteren kun je leren - les 2

Welkom
Debatteren kun je leren
Les 2

1 / 36
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Debatteren kun je leren
Les 2

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Starten met een dilemma
  • Wat weet je nog van vorige week?
  • Ballondebat
  • Goede argumenten herkennen
  • In groepjes oefenen
  • Terugblik



Slide 2 - Slide

Dilemma

Slide 3 - Slide


A
Groen
B
Roze

Slide 4 - Quiz

Wat weet je nog van vorige week? 

Slide 5 - Slide

BALLONDEBAT
  1. VIJF VRIJWILLIGERS
  2. UITLEG 
  3. RONDE 1
  4. KIEZEN
  5. RONDE 2
  6. WINNAAR

Slide 6 - Slide

Het ballondebat
Vrijwilliger: Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Enzo Knol, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)
Vrijwilliger: schrijf voor jezelf argumenten om waarom jij moet blijven leven.
5 BN'ers zitten in een luchtballon. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

5 vrijwilligers 
Andere personages

Slide 9 - Slide

Even voorstellen: 
1
2
3
4

Slide 10 - Slide

Ronde 1



Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten.

Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

timer
1:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Tips en tops

Slide 13 - Slide

Ronde 1: wie mag blijven?
(3 personen)

Slide 14 - Open question

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 
Bedenk goede argumenten waarom de andere BN'ers eruit moeten. 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Tips en tops

Slide 16 - Slide

Ronde 2:
Wie overtuigt het best?
A
1
B
2
C
3

Slide 17 - Quiz

Wie is de winnaar?

Slide 18 - Slide

Een goed argument

Slide 19 - Mind map

Trucjes voor argumenten
  • Feiten geven uit onderzoeken. 
  • Deskundigheid van jezelf of iemand anders noemen.  
  • Voorbeelden uit eigen ervaring 
  • Inspelen op de gevoelens van iemand anders.
  • Et cetera 

Slide 20 - Slide

Feiten <-> gevoelens
Hoe herken je het verschil?

Slide 21 - Slide

Openbaar vervoer moet gratis worden, want...
1. Onderzoek van het RIVM toont aan dat mensen dan eerder met OV dan met de auto gaan en dat is beter voor het milieu. 
2. Als elk uur 1000 auto´s minder op de A4 rijden, dan is het fileprobleem opgelost. 
3. Kinderen kunnen dan met OV i.p.v. met de fiets naar school. Je wilt toch niet het risico lopen dat je kind op de fiets een ongeluk krijgt onderweg naar school? 


Slide 22 - Slide

Argument met feiten....
A
1
B
2
C
3
D
1 en 2

Slide 23 - Quiz

Argument dat inspeelt op gevoelens....
A
1
B
2
C
3
D
1 en 3

Slide 24 - Quiz

Verplaatsen in een ander
Waarom?

Geef steeds een argument voor en een argument tegen de stelling. 

Slide 25 - Slide

Wegwerpmondkapjes moeten verboden worden.

Slide 26 - Open question

Iedere leerling moet een coronatest doen aan het einde van een schoolvakantie

Slide 27 - Open question

Docenten Nederlands moeten wekelijks een uur voorlezen uit een boek van de leeslijst

Slide 28 - Open question

Muziek met vrouwonvriendelijke teksten mag niet meer gedraaid worden.

Slide 29 - Open question

Debatteren in groepjes
Welke afspraken maken we? 

Slide 30 - Slide

Werkwijze
  • 3 groepen

 Voorzitter/tijdbewaker/jury: 2 leerlingen
 voorstanders: 2 leerlingen 
tegenstanders: 2 leerlingen 

Slide 31 - Slide

Werkwijze 
  • Rollen verdelen
  • Voorbereiden (2min.) 
1. Opening voorstanders (1 min.)
2. Reactie tegenstanders (1 min.)
3. Reactie voorstanders (1 min.)
4. Afsluiting tegenstanders (1 min.) 
  • Jury kiest winnaar (na overleg). Met tips en tops.

Slide 32 - Slide

Stelling 
Alle scholen in Nederland moeten worden beveiligd met detectiepoortjes. 

Als er nog tijd is, wissel van rollen en doe het nog eens met de volgende stelling: 
Als een leerling in quarantaine zit, moet diegene iedere dag door een klasgenoot gebeld worden. 

Slide 33 - Slide

Volgende week
Overtuigen/verkopen
Betrouwbaarheid

Slide 34 - Slide

Filmpje
Wat valt je op?
Wat vind je positief?
Wat neem jij mee als je straks gaat debatteren? 

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video