Debatteren kun je leren - les 1

Welkom
Debatteren kun je leren
Les 1

1 / 37
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Welkom
Debatteren kun je leren
Les 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Korte kennismaking 
  • Uitleg over wat debatteren is
  • Goede en minder goede argumenten herkennen
  • Oefenen met het bedenken van argumenten
  • Oefeningen voor de klas 
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Waarom heb je gekozen voor debatteren?

Slide 3 - Open question

Wat wil je leren van deze lessen?

Slide 4 - Open question

Openingsspel
1 vrijwilliger
Welke emotie zie je?
Wat doet de leerling goed?
Heb je ook een tip?
Wie durft ook?

Slide 5 - Slide

Waarom debatteren?
Je leert:
- hoe je goed presenteert
- kritisch luisteren
- Je verplaatsen in een ander
- anderen te overtuigen
- respectvol communiceren 
- een mening te vormen
- argumenten te geven 

Slide 6 - Slide

Wat weet je al van debatteren?

Slide 7 - Mind map

Wat is een debat?
Stelling
 - voor of tegen
Mening + argumenten
Meedoen om te winnen

Wanneer win je?

Slide 8 - Slide

0

Slide 9 - Video

Dilemma
Je mag ergens pas weg gaan als iemand het letterlijk aan je vraagt.
Elke keer als je lacht wordt er €1 van je bankrekening afgeschreven

Slide 10 - Slide

Keuze
A
B

Slide 11 - Quiz

Geef een argument bij jouw keuze. 

Slide 12 - Slide

Oefening 
Argumenten herkennen

Slide 13 - Slide

Wat is het argument in:
Ik eet geen pindakaas, want ik ben allergisch voor pinda’s.
A
Ik eet geen pindakaas
B
Ik ben allergisch
C
Ik ben dol op pindakaas
D
Ik ben allergisch voor pinda's

Slide 14 - Quiz

Wat is het argument in:
Omdat gokken verslavend is, moet het verboden worden.
A
Gokken is verslavend
B
Gokken moet verboden worden
C
Ik ben aan gokverslaafd
D
Verslavende dingen moeten verboden worden

Slide 15 - Quiz

Pesten moet strafbaar worden
Maak aantekeningen:
- Met welke woorden maken ze het standpunt duidelijk?
- Met welke woorden of zinnen reageren ze op elkaar?
- Hebben ze een slotzin?
- Hoe maken ze contact met het publiek?


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Met welke woorden maakten de leerlingen hun standpunt duidelijk?

Slide 18 - Open question

Met welke woorden / zinnen reageerden ze op elkaar?

Slide 19 - Open question

Slotzin in een debat

Slide 20 - Open question

Hoe maken ze contact met het publiek?

Slide 21 - Open question

Ervaringen
Wie heeft er wel eens meegedaan met een debat?

Ballondebat:
5 vrijwilligers 
De klas als jury. Waar let de jury op?

Slide 22 - Slide

BALLONDEBAT
  1. VIJF VRIJWILLIGERS
  2. UITLEG 
  3. RONDE 1
  4. KIEZEN
  5. RONDE 2
  6. WINNAAR

Slide 23 - Slide

5 vrijwilligers 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Het ballondebat
Vrijwilliger: Neem een bekende Nederlander in gedachten.
(Marco Borsato, Koning Willem Alexander, Maxima, Zanger Rinus, Enzo Knol, Gordon, Patrick Kluivert, Arjen Robben, etc.)
Vrijwilliger: schrijf voor jezelf argumenten om waarom jij moet blijven leven.
5 BN'ers zitten in een luchtballon. Het is een heerlijke dag en iedereen geniet van het uitzicht. Maar dan gaat het helemaal mis! De ballon dreigt tegen de plaatselijke kerk aan te vliegen! Om snel op te stijgen moeten twee BN’ers overboord worden gegooid.

Slide 26 - Slide

Ronde 1



Elke ballonvaarder moet in een speech van maximaal één minuut aangeven waarom hij beslist in de ballon moet blijven zitten.

Het publiek heeft de belangrijkste functie. Zij bepaalt wie mag blijven!

timer
1:00

Slide 27 - Slide

Tips en tops

Slide 28 - Slide

Ronde 1: wie mag blijven?
(3 personen)

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide

Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! 
Bedenk goede argumenten waarom de andere BN'ers eruit moeten. 

Slide 31 - Slide

Tips en tops

Slide 32 - Slide

Ronde 2: Wie overtuigt het best?

Slide 33 - Open question

Wie is de winnaar?

Slide 34 - Slide

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 35 - Open question

Een tip en een top voor deze les:

Slide 36 - Open question

Volgende week:
Overtuigen

Slide 37 - Slide