VWO Financiële Zelfredzaamheid Hoofdstuk 4 les 2

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 4 

Hypotheken, les 2

Leerdoelen

• De vormen van hypothecair krediet noemen
  
• De voor- en nadelen van de hypotheekvormen noemen en berekenen (rente en aflossingsverplichtingen)
• De periodieke interest bedragen, de periodieke aflossingsbedragen en schuldrest kunnen berekenen
• De financiële gevolgen, inclusief de fiscale, van de hypotheekvormen voor de hypotheekgever analyseren

Agenda 21 oktober

Vragen over opgave 4.1 t/m 4.10?

Uitleg de vermogensrendementsheffing

Opgaven maken

Vermogensrendementsheffing Box 3 inkomstenbelasting

Belasting op vermogen 

Bezittingen , o.a.: 

Bank- en spaartegoeden

Aandelen, obligaties, winstbewijzen en opties die niet bij een aanmerkelijk belang horen

Een tweede woning, zoals een vakantiewoning

Schulden, o.a:

Schulden voor consumptiedoeleinden

Negatief saldo op een bankrekening of creditcard

Schulden voor de financiering van de tweede woning

Schulden worden verlaagt met een drempelbedrag= van ongeveer € 3.000

Vermogensrendementsheffing Box 3 inkomstenbelasting

Bezittingen - schulden = vermogen

Vermogen - heffingsvrij vermogen = grondslag sparen en beleggen

Heffingsvrij vermogen is ongeveer € 30.000 per persoon

Over de grondslag wordt de vermogensrendementsheffing berekent volgens de tabel.

www.easyzzp.nl

www.belastingdienst.nl

www.pwc.nl

Opdracht 4.11 t/m 4.15 maken