Romantiek lessenreeks (3 lessen)

Muziekgeschiedenis
Romantiek
1825-1900
1 / 38
next
Slide 1: Slide
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Muziekgeschiedenis
Romantiek
1825-1900

Slide 1 - Slide

Na deze lessenreeks:
  • Ken en herken je de technische termen / compositie technieken uit de Romantiek: 
    > Climaxwerking
    > Virtuositeit
    > Chromatiek
    > Leidtoonspanning
    > Overgangsdynamiek
    > Sforzando
    > Tempo wisselingen
    > Tertsverwantschappen

  • Herken je het Romantisch symfonieorkest (nieuwe instrumenten: bijv. harp, tuba, vleugel, saxofoon, blazers met ventielen)
  • Kun je een kunstlied (couplet- / doorgecomponeerd lied) analyseren
  • Heb je kennis over de Nationale scholen / programmamuziek
  • Weet je dat Schubert, Chopin, Liszt, Mahler, Fauré, Verdi, Wagner en Brahms de belangrijkste componisten uit deze tijd waren 

Slide 2 - Slide

Dit weet ik al over muziek uit
de Romantiek

Slide 3 - Open question

Maatschappij
De Romantiek (ca. 1825–1900) was een stijlperiode in de muziek waarin emotie, individualiteit en verbeelding centraal stonden. 
Componisten benadrukten persoonlijke expressie en schreven vaak programmatische muziek, geïnspireerd door natuur, literatuur en nationale trots. 

Maatschappelijk was dit een tijd van politieke revoluties, opkomend nationalisme en de industriële revolutie, die nieuwe idealen zoals vrijheid en het verheerlijken van het individu beïnvloedden. 
Deze maatschappelijke veranderingen weerspiegelden zich in de muziek, die vaak grootser en dramatischer werd, met een groeiend gebruik van grotere orkesten en complexe harmonieën.

Slide 4 - Slide

Compositie technieken 
uit de Romantiek
Compositietechnieken uit de Romantiek benadrukken expressiviteit en emotie. Belangrijke kenmerken zijn chromatische harmonieën, rubato (vrij tempo), en programmamuziek met verhalende elementen. 
Orkesten werden groter, met nieuwe instrumenten voor meer klankkleuren. Virtuositeit en terugkerende thema’s (leidmotieven) waren vaak aanwezig, vooral in solowerken en opera’s. Deze technieken versterkten de emotionele impact van de muziek.

Slide 5 - Slide

Climax werking
Climaxwerking in de Romantiek verwijst naar het muzikale opbouwen van spanning en intensiteit, vaak naar een dramatisch hoogtepunt in een compositie. Dit wordt bereikt door toenemende dynamiek, versnelling van het tempo, complexe harmonieën, en herhaling van motieven. 
Romantische componisten gebruikten climaxen 
om emoties krachtig over te brengen 
en luisteraars mee te slepen 
in de dramatische of lyrische sfeer 
van hun muziek.
Also sprach Zarathustra - Richard Strauss

'Sunrise'

Slide 6 - Slide

Virtuositeit
Virtuositeit verwijst naar het uitzonderlijke technische meesterschap van een muzikant, waarmee complexe en veeleisende passages schijnbaar moeiteloos worden uitgevoerd. In de muziek van de Romantiek wordt virtuositeit vaak gebruikt om de vaardigheid van de uitvoerder te benadrukken, met snelle loopjes, ingewikkelde ritmes en extreme dynamiek. Het is prominent aanwezig in werken van componisten zoals Liszt en Paganini, die speciaal 
stukken schreven om de grenzen van 
technische beheersing te verkennen.
Paganini - Caprice nr. 5

Slide 7 - Slide

Chromatiek
Chromatiek in de Romantiek verwijst naar het gebruik van opeenvolgende halve tonen binnen melodieën en harmonieën. Dit zorgde voor een rijkere, expressieve klank en maakte complexe modulaties mogelijk. 
Componisten gebruikten chromatiek om emoties te versterken, spanning op te bouwen en onverwachte 
wendingen in de muziek te creëren. Het werd een kenmerkend element in de werken van componisten 
als Wagner, Liszt en Chopin, waar het vaak een gevoel van drama, verlangen of mysterie oproept.
Rachmaninoff 

Prelude Op. 3 No. 2 in C# Minor

Slide 8 - Slide

Leidtoonspanning
Leidtoonspanning in de Romantiek verwijst naar de spanning die ontstaat door het gebruik van de leidtoon, de zevende toon van een toonladder, die één halve toon lager ligt dan de grondtoon. Deze toon heeft een sterke neiging om naar de grondtoon op te lossen, wat een gevoel van richting en verwachting creëert. 
In de Romantiek werd leidtoonspanning vaak versterkt door chromatiek, uitgebreide harmonieën en vertraging, wat de expressieve en dramatische impact van de muziek vergrootte. Dit effect werd veelvuldig toegepast in werken van componisten als Wagner, Chopin en Liszt.
Voorbeeld:
De leidtonen B en F willen beiden oplossen naar C en E

Slide 9 - Slide

Overgansdynamiek
1. Terrassendynamiek in de Barokmuziek verwijst naar abrupte, blokkerige overgangen tussen harde en zachte passages zonder geleidelijke volume-opbouw of -afbouw. 

2. Overgangsdynamiek verwijst naar geleidelijke veranderingen 
in de klanksterkte in muziek, zoals crescendo en decrescendo of 
diminuendo.

Sforzando
Een muzikale aanduiding voor een plotselinge, 
krachtige nadruk op een noot of akkoord. 
In de Romantiek werd het gebruikt om 
dramatische expressie te versterken, 
vaak gevolgd door dynamische veranderingen 
zoals een crescendo of diminuendo.
We kennen maar 2 vormen van dynamiek

Slide 10 - Slide

Tempo
Tempo in muziek verwijst naar de snelheid waarmee een muziekstuk wordt uitgevoerd. Het wordt vaak aangegeven met termen zoals Allegro (snel), Adagio (langzaam), of een metronoomaanduiding in beats per minuut (BPM). Het tempo bepaalt de karakteristieke sfeer en energie van een compositie.






Rubato spel: het flexibel omgaan met tempo door bepaalde noten iets te vertragen of te versnellen, terwijl het algemene ritme behouden blijft, om de expressie en emotie van de muziek te versterken.

Slide 11 - Slide

Tertsverwantschappen
Tertsverwantschappen in muziek verwijzen naar de relatie tussen toonsoorten of akkoorden waarvan de grondtonen een grote of kleine terts van elkaar verwijderd zijn. Dit was een kenmerkend element in de Romantiek, waar componisten zoals Schubert 
en Liszt het gebruikten om onverwachte 
modulaties en harmonische kleuren te 
creëren. Het geeft de muziek een gevoel 
van spanning, warmte of mysterie.

Slide 12 - Slide

Het Romantisch symfonie orkest

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welk instrument speelt
hier de solopartij?

Slide 15 - Open question

Nieuwe instrumenten

Slide 16 - Slide

Het kunstlied in de Romantiek is een intieme 
vocale compositie, meestal voor 
solozang en pianobegeleiding, 
waarin poëzie en muziek samenkomen. 
Componisten zoals Franz Schubert, Robert Schumann en 
Johannes Brahms zetten gedichten op muziek, 
waarbij de piano vaak een belangrijke 
rol speelde in het vertellen van het verhaal.

De vorm is vaak een coupletlied, een gevarieerd lied of
een doorgecomponeerd lied
HET KUNSTLIED
F. Schubert - De Erlkönig

Slide 17 - Slide

De wals was een van de populairste dansvormen in de Romantiek en werd vaak gebruikt in zowel symfonieën als pianomuziek. Deze matig snelle dans, die in 3/4 maat wordt gespeeld, kreeg in de 19e eeuw een romantische en verfijnde uitstraling. Componisten zoals Johann Strauss II, Frédéric Chopin en Pyotr Iljitsj Tsjaikovski gebruikten de wals in hun werken om een elegante, emotionele sfeer te creëren.
Dansen uit de Romantiek

Slide 18 - Slide

Nationale scholen verwijzen naar muzikale stromingen die opkwamen in de Romantiek, waarbij componisten zich lieten inspireren door hun eigen nationale cultuur, volksmuziek en tradities. Ze gebruikten vaak specifieke ritmes, melodieën en harmonieën die kenmerkend waren voor hun land. Voorbeelden zijn de Russische school (met componisten zoals Tsjaikovski en Mussorgsky), de Tsjechische school (met Dvořák en Smetana) en de Noorse school (met Grieg).

Programmatuurmuziek
is muziek die een specifiek verhaal, beeld of idee vertegenwoordigt, vaak buiten de muziek zelf. Het is een vorm van instrumentale muziek die niet alleen klinkt, maar ook bedoeld is om een programma of verhaal te vertellen.
Nationale scholen / programmamuziek

Slide 19 - Slide

Nationale scholen / programmamuziek
De pianocyclus Schilderijententoonstelling behandelt een muzikale impressie van tien schilderijen gemaakt door de Russische kunstenaar Viktor Hartman (1834 – 1873). 
Hij was  architect, ontwerper, volksschilder en beeldend kunstenaar in Sint Petersburg.

Moessorgski bezocht in 1874 een herdenkingstentoonstelling over Hartman die dat jaar was overleden. De componist kwam op het idee de indrukken van de tentoonstelling in muziek om te zetten. Het werd een rijk gevarieerd werk en een van de meest spraakmakende pianocomposities van de negentiende eeuw. 
Mede door de fantastische bewerking voor symfonieorkest (1922) door de Fransman Maurice Ravel (1875 – 1937) werd de Schilderijententoonstelling een klassieke hit.

1. Gnomus. 
Een strompelende, mismaakte dwerg.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Programmamuziek
Muziek die gebaseerd is op een buitenmuzikaal gegeven. Denk bijvoorbeeld aan een schilderij, een gedicht of een verhaal. De muziek beeldt dit in klank uit. Mensen kregen een programmaboekje met hierin de uitleg (het verhaal) van de muziek.

Dansen in de Romantiek (pianomuziek)
De mazurka, de polonaise en de wals zijn van oorsprong dansen die in de romantiek met name op piano uitgevoerd werden.
Kenmerkend is het ingetogen karakter, met de nadruk op een romantische, lieflijke melodie.

Romantisch kunstlied
Lied met pianobegeleiding.
Tekst en begeleiding zijn gelijkwaardig, teksten zijn vaak bestaande gedichten, of verhalen in dichtvorm.
Diverse vormen zijn mogelijk: couplet-refrein structuur, een gevarieerd coupletlied,
of een doorgecomponeerd lied.
Symfonische structuren

Slide 22 - Slide



MELODISCH
  • Melodie werkt toe naar een climax
  • Virtuositeit

HARMONISCH
  • Toename chromatiek
  • Opzoeken van de grenzen van de tonaliteit
  • Leidtoonspanning
  • Modulaties (Vwo: tertsverwantschappen)

DYNAMISCH
  • Overgangsdynamiek
  • Sforzando

INSTRUMENTEN
Het romantische symfonieorkest
Piano / vleugel
Harp
Tuba (+ andere blaasinstrumenten kregen ventielen)
Saxofoon
Celesta

TEMPO
  • Ritenuto
  • Accelerando
  • Rubato spel

SYMFONISCHE STRUCTUREN
Programmamuziek
Nocturnes en walsen (pianomuziek)
Romantisch kunstlied
Muzikale kenmerken Romantiek
COMPONISTEN
Chopin
Liszt
Saint-Saëns
Schubert
Mahler
Fauré
Verdi
Wagner
Brahms
Moessorgski

Slide 23 - Slide

De volgende vragen gaan over:
Symfonische structuren

Slide 24 - Slide

Dit fragment komt uit de Bloemenwals van Tsjaikovski.
Hoe heeft de componist de 'bloemen' verklankt?

Denk aan de muzikale middelen, bijv.
dynamiek, tempo, instrumenten.

Slide 25 - Open question

De 'Danse Macabre'
is typisch een
voorbeeld van...
A
een symfonie
B
programma muziek
C
vrije ritmiek
D
een strijkkwartet

Slide 26 - Quiz

De volgende vragen gaan over:
De algemene muziekleer die past bij de stijlperiode Romantiek

Slide 27 - Slide

De pianist speelt met het tempo.
Hij vertraagt en versnelt om het spel
expressiever te maken.
De technische term hiervoor is:
A
rubato
B
versieringen
C
ritenuto
D
accelerando

Slide 28 - Quiz

Wat is de technische term voor het spelen van de tonen van een akkoord van hoog naar laag, of laag naar hoog, over meerdere octaven?
A
Arpeggio
B
Pizzicato
C
Legato
D
Chromatiek

Slide 29 - Quiz

Welke onderstaande reeks is chromatisch?
A
c - d - e - f
B
f - fis - g - gis - a
C
e - f - g - gis
D
a - c - e - a

Slide 30 - Quiz

De volgende vragen zijn:
Examenvragen over de stijlperiode Romantiek

Slide 31 - Slide

In dit fragment spelen 4 hoorns.
Op welke manier bewegen de hoorn 1 (hoogste partij) en hoorn 4 (de laagste partij) zich ten opzichte van elkaar in de tweede helft van het fragment?
Geef de technische term.
Luisterfragment 4 hoorns

Slide 32 - Open question

Geef de volledige naam van de drie akkoorden
die de hoorns achtereenvolgens spelen.
Let op de sleutels!
Denk aan de sneeuwpoppetjes.

Slide 33 - Open question

De melodie van fragment 2 is hetzelfde als de melodie van fragment 1, maar lager.

Wat is het verschil in toonhoogte tussen
melodie 1 en melodie 2?
Fragment 1
Fragment 2
A
Een grote secunde lager
B
Een reine kwart lager
C
Een groot octaaf lager
D
Een reine priem lager

Slide 34 - Quiz

In het begin van het fragment speelt de hoorn het weergegeven stijgende motief. Daarna wordt het motief een aantal keren, al dan niet gevarieerd herhaald.
Hoe vaak wordt het motief (al dan niet gevarieerd)
in totaal gespeeld?
Let op: tel het eerste (weergegeven)
motief mee en ga alleen uit van de stijgende motieven.

A
6 keer
B
7 keer
C
8 keer
D
9 keer

Slide 35 - Quiz

Het fragment bestaat uit twee gedeeltes: A - A'
In zowel A als A' vindt een spanningstoename plaats, maar in A' is de spanningstoename groter.
Noem twee verschillen tussen A en A' die bijdragen aan een grotere spanningstoename in A'. Ga in je antwoord uit van A'.

Slide 36 - Open question

Het fragment is het slot.
Het deel sluit drie keer af met dezelfde samenklank.

Met welke samenklank sluit het deel af?
A
Unisono
B
Grondtoon + kwint
C
Majeur akkoord
D
Mineur akkoord

Slide 37 - Quiz

Dit weet ik nu over muziek
uit de Romantiek

Slide 38 - Mind map