Leesvaardigheid

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...je tekstbegrip verbeteren door erover te praten met klasgenoten;

...beargumenteren waarom een antwoord juist is;

...uitleggen welke fouten je hebt gemaakt op je proefexamen.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je...

...je tekstbegrip verbeteren door erover te praten met klasgenoten;

...beargumenteren waarom een antwoord juist is;

...uitleggen welke fouten je hebt gemaakt op je proefexamen.

Slide 1 - Slide

Expertgroep
1. Je bespreekt in een groepje samen de vragen die je krijgt toegewezen.
2. Je formuleert jullie antwoord, met argumentatie (waarom is dit het juiste antwoord?)
3. Je schrijft het antwoord 
en de argumentatie op.
(15 minuten de tijd)

4. Het groepje presenteert de antwoorden aan de groep.
timer
15:00

Slide 2 - Slide

Welkom!
Pak je boek erbij,

we starten met 10 minuten lezen.
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Opdracht 2, blz. 15
Klassikaal opdracht 2, blz. 15 bespreken.



Slide 4 - Slide

Aan de slag!
Klassikaal lezen theorie, blz. 40.

--> Maak opdracht 1, blz. 41 over tekst: 
"In Hongkong slapen steeds meer mensen in McDonalds, ook als ze een huis hebben"

Schrijf de antwoorden volledig uit in je schrift.

Klaar = nakijken!

Slide 5 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je…
 
…het doel van een tekst benoemen;

…verbanden in een tekst benoemen.

Slide 6 - Slide

Welke tekstdoelen ken je?

Slide 7 - Open question

Waaraan herken je een tekstverband?

Slide 8 - Open question

Wat is een hoofdgedachte van een tekst?

Slide 9 - Open question

Aan de slag!
We lezen klassikaal de tekst 
'Scholen worstelen nog steeds met schermpjes in de klas'.

Je ontvangt 6 antwoorden.

Je werkt in twee- of drietallen en noteert welke vragen bij deze antwoorden horen.

Klaar = kom bij  me langs voor feedback. 




Slide 10 - Slide

Klaar?
Kom feedback halen.

Feedback -->

+ = juiste antwoord
* = onvolledig antwoord
- = onjuist antwoord

Dus... overleggen en verbeteren!


Slide 11 - Slide