3.5 Stoffen scheiden

3.5 Stoffen scheiden


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NaskMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.5 Stoffen scheiden


Waar komt dit water vandaan?   3.1 soorten water

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Herhalen vorige les;

Leerdoelen van deze les;

Introductie, instructie en controle vragen over de les;

Vragen maken die horen bij de les.

Slide 2 - Slide

Quiz
Suiker bestaat uit één stof. Suiker is een...
A
Mengsel
B
Zuivere stof

Slide 3 - Quiz

Quiz
De dranken die je drinkt zijn oplossingen of suspensies.
Geef aan of de zin gaat over een oplossing of over een suspensie.Zelfs na een jaar bewaren liggen er geen stukjes onder in de fles.
A
Suspensie
B
Oplossing

Slide 4 - Quiz

Quiz
Keukenzout is een zuivere stof.

Zit in de Blauwe of rode verpakking een mengsel?
A
De blauwe is een zuivere stof
B
De rode is een zuivere stof

Slide 5 - Quiz

leerdoelen:
3.5.1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.
3.5.2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.
3.5.3 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij indampen.
3.5.4 Je kunt het proces van koffiezetten beschrijven.

Introductie
Veel mensen drinken graag koffie. Koffie is een warme drank, gemaakt uit koffiebonen. Koffie zetten is een vorm van scheikunde.

Slide 6 - Slide

leerdoelen:
3.5.1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.
3.5.2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.
Water en zand
In een mengsel zitten twee stoffen. Die stoffen kun je uit elkaar halen. Dat noem je scheiden. Door scheiden krijg je weer zuivere stoffen. Scheiden kan op verschillende manieren.
In een glas zit een mengsel van water en zand. Laat je het glas een tijdje staan, dan zakt het zand naar de bodem. Dit noem je bezinken. 
Bij bezinken zakken de deeltjes vaste stof naar de bodem. 
Nu kun je voorzichtig het water uit het glas gieten. 
Het zand blijft op de bodem liggen.

Slide 7 - Slide

leerdoelen:
3.5.1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.
3.5.2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.
Scheiden door te filtreren
Er blijft altijd een beetje water in de beker achter. En je kunt per ongeluk zand uit de beker gieten. Bezinken is dus niet zo’n nauwkeurige manier van scheiden.
Zand en water kun je beter scheiden door te filtreren. Bij filtreren giet je het mengsel in een trechter. In de trechter zit filtreerpapier. Het water loopt door de trechter en het zand blijft op het papier liggen. Nu heb je weer water en zand apart.

Slide 8 - Slide

leerdoelen:
3.5.1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.
3.5.2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.









Maak opdracht 1 tot en met 3.

Slide 9 - Slide

Quiz
Filtreren is hetzelfde als bezinken?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

leerdoelen:
3.5.3 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij indampen.
Water en zout
Stel je voor: je hebt een mengsel van water en zout. Al het zout is opgelost in het water. Je wilt het mengsel scheiden. Maar dat gaat niet met bezinken of filtreren, want in het water zitten geen korrels zout.
Een oplossing van water en zout kun je scheiden door indampen.
De opstelling voor indampen.


Slide 11 - Slide

leerdoelen:
3.5.3 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij indampen.
Bij indampen kook je het water weg uit het mengsel. Eerst giet je het mengsel in een indampschaaltje. Dan verwarm je het met een brander. Hierdoor verdampt het water. Als al het water weg is, zit er alleen nog zout in het schaaltje.

Het water is verdampt en het zout blijft over.

Slide 12 - Slide

Quiz
Wat gebeurt er bij indampen?
A
De vaste stof en het water blijft over
B
Het water en de vast stoffen verdampen
C
Het water verdampt en de stof blijft over

Slide 13 - Quiz

leerdoelen:
3.5.4 Je kunt het proces van koffiezetten beschrijven.
Veel mensen drinken graag een kopje koffie. 
Koffie kun je heel eenvoudig maken, bijvoorbeeld met een apparaat. 

Maar het kan ook met de hand.

Koffie maak je van gemalen koffiebonen. 
Je wilt de geur, de kleur en de smaak uit de koffiebonen in 
het water krijgen. 
Maar de gemalen koffie wil je niet in je kopje.
Daarom doe je de koffie in een filter.

Slide 14 - Slide

leerdoelen:
3.5.4 Je kunt het proces van koffiezetten beschrijven.

Slide 15 - Slide

leerdoelen:
3.5.4 Je kunt het proces van koffiezetten beschrijven.









Maak opdracht: 4 t/m 8

Slide 16 - Slide

Quiz
Door kokend water lost het residu goed op?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Aan het werk! NOVA
Wat? 3.5 Stoffen scheiden
Opdracht 1 t/m 8
Niet de P-opdrachten!
Waar? In Magister naar leermiddelen Nova Nask. 
Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Kijk het dan na!

timer
1:00

Slide 19 - Slide


Schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd.
Dit is een open vraag.

Slide 20 - Open question


Stel een vraag over iets wat je 
nog niet zo goed hebt begrepen.
Dit is een open vraag.

Slide 21 - Open question