leerdoelen:
3.5.1 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij bezinken.
3.5.2 Je kunt beschrijven wat er gebeurt bij filtreren.
Water en zand
In een mengsel zitten twee stoffen. Die stoffen kun je uit elkaar halen. Dat noem je scheiden. Door scheiden krijg je weer zuivere stoffen. Scheiden kan op verschillende manieren.
In een glas zit een mengsel van water en zand. Laat je het glas een tijdje staan, dan zakt het zand naar de bodem. Dit noem je bezinken.
Bij bezinken zakken de deeltjes vaste stof naar de bodem.
Nu kun je voorzichtig het water uit het glas gieten.
Het zand blijft op de bodem liggen.