Oefenexamen thema 7 - opslag, uitscheiding en bescherming

Oefenexamen thema 7
Opslag, uitscheiding en bescherming
1 / 47
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, tLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenexamen thema 7
Opslag, uitscheiding en bescherming

Slide 1 - Slide

Wat is geen onderdeel van het inwendig milieu
A
Weefselvloeistof
B
Bloedplasma
C
Slijmlaag in de longen

Slide 2 - Quiz

Waar in ons lichaam slaan we vet op?
A
In de lever
B
Onderhuidsbindweefsel
C
Geel beenmerg
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 3 - Quiz

Waar in slaat ons lichaam glucose op
A
alleen Lever
B
alleen spier
C
Lever en spier
D
hersenen

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het virus die voor een ontstoken lever kan zorgen

Slide 5 - Open question

Noem twee functies van de lever

Slide 6 - Open question

Welke gifitge stof ontstaat in de lever bij de afbraak van eiwitten
A
ureum
B
fibrogeen
C
gal
D
glycogeen

Slide 7 - Quiz

Wat is de functie van gal
A
Emulgeert vet
B
bouwstof van eiwitten
C
Breekt glucose af

Slide 8 - Quiz

Hoe wordt ureum uitgescheiden
A
Via de urine
B
Wordt afgebroken door de nier
C
Via de ontlasting
D
Via de lucht

Slide 9 - Quiz

Welke stof produceert de lever die belangrijk is voor de bloedstolling
A
Fibrine
B
Fibrogeen
C
Bloedplaatjes
D
Witte bloedcellen

Slide 10 - Quiz

Hoe heten deze onderdelen?
Niermerg
Nierschors
Urineleider
Nierbekken

Slide 11 - Drag question

In welke onderdelen van de nier vindt uitscheiding van water en afvalstoffen
A
Nierschors
B
Niermerg
C
Nierbekken
D
Nierschors en Niermerg

Slide 12 - Quiz

Welke buis voert de urine af naar de blaas
A
Urineleider
B
Urinebuis

Slide 13 - Quiz

Welke buis voert de urine af van de blaas naar buiten het lichaam
A
Urineleider
B
Urinebuis

Slide 14 - Quiz

Noem twee van drie functies van de huid

Slide 15 - Open question

Uit welke twee lagen bestaat de opperhuid

Slide 16 - Open question

Welke laag van de opperhuid bestaat uit dode cellen
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid

Slide 17 - Quiz

Waar bestaat eelt uit
A
Dikke laag hoornlaag
B
Dikke laag kiemlaag
C
Dikke laag lederhuid

Slide 18 - Quiz

Wat is de functie van pigment

Slide 19 - Open question

Wat is de functie van talg
A
Houd de huid soepel
B
Zorgt voor een goede doorbloeding
C
Maakt ziekteverwekkers onschadelijk

Slide 20 - Quiz

Zet de naam van de juiste huidlaagtij het juiste onderdeel
Onderhuidsbindweefsel
Lederhuid
Opperhuid

Slide 21 - Drag question

Wat gebeurt er niet bij de afkoeling van de huid
A
Bloedvaten worden wijder
B
Bloedvaten worden kleiner
C
Er vind minder verbranding plaat

Slide 22 - Quiz

Wanneer treedt kippenvel op
A
Wanneer je lichaam warmer wordt dan 37 graden
B
Wanneer je lichaam kouder wordt dan 37 graden

Slide 23 - Quiz

Wat is de definitie van een infectie
A
Je wordt ziek van een ziekteverwekker
B
Een ziekteverwekker treed je lichaam binnen
C
Je lichaam maakt de ziekteverwekker onschadelijk

Slide 24 - Quiz

Noem twee redenen hoe ons lichaam ziekteverwekkers buiten houd

Slide 25 - Open question

Welke onderdelen in het bloed komen in actie tegen ziekteverwekkers
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Fibrogenen

Slide 26 - Quiz

Wat is de functie van koorts?

Slide 27 - Open question

Welke organismen kan je bestrijden met antibiotica?
A
Alleen bacteriën
B
Alleen schimmels
C
Alleen virussen
D
Bacterien en virussen

Slide 28 - Quiz

Voor welk type ziekteverwekker kan je een vaccinatie halen
A
Schimmels
B
Virussen
C
Bacteriën

Slide 29 - Quiz

Hoe heten de deeltjes die ziekteverwekkers kunnen uitschakelen
A
Antigenen
B
Antistoffen

Slide 30 - Quiz

Hoe noemen we eiwitten aan de buitenkant van de cel
A
Anitstoffen
B
Antigenen

Slide 31 - Quiz

Alle organismen hebben andere antigenen op de cellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Alle antistoffen werken op alle antigenen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Hoe kan je immuun raken?
A
Je hebt de ziekte al een keer gehad
B
Je bent gevaccineerd tegen een virus
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 34 - Quiz

Wat is een voorbeeld van natuurlijke immuniteit
A
Je hebt de ziekte al een keer gehad
B
Je bent gevaccineerd tegen een virus
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 35 - Quiz

Wat is een voorbeeld van kunstmatige immuniteit
A
Je hebt de ziekte al een keer gehad
B
Je bent gevaccineerd tegen een virus
C
beide antwoorden zijn goed

Slide 36 - Quiz

Hoe zorgt een vaccinatie voor immunisatie?

Slide 37 - Open question

Wat is actieve immunisatie
A
Je maakt zelf antistoffen
B
Je krijgt antistoffen ingespoten

Slide 38 - Quiz

Wat is passieve immunisatie
A
Je maakt zelf antistoffen
B
Je krijgt antistoffen ingespoten

Slide 39 - Quiz

Wat is een serum
A
Een vloeistof met antistoffen tegen een antigen
B
Een vloeistof met antigenen tegen een antistof
C
Een onschadelijk deel van het virus

Slide 40 - Quiz

Welke bloedgroep komt het meest voor in Nederland
A
A
B
B
C
AB
D
0

Slide 41 - Quiz

Welke antistoffen heeft iemand die bloedfactor A heeft
A
Anti-A
B
Anti-B
C
Anti-A en Anti-B
D
geen antistoffen

Slide 42 - Quiz

Van wie kan iemand met bloedgroep B geen bloed ontvangen
A
Iemand met bloedgroep B
B
Iemand met bloedgroep 0
C
Iemand met bloedgroep AB

Slide 43 - Quiz

Hoe noemen we een ziekte waarbij het afweersysteem lichaamseigen antigen en niet herkent

Slide 44 - Open question

Iemand met resusnegatief is maakt antirsus
A
Juist
B
Onjuist

Slide 45 - Quiz

Vanaf de eerste geboorte kan er een afstotingsreactie ontstaan wanneer het kindje resuspositief is en moeder resusnegatief
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quiz

Iemand die resuspositief is kan bloed doneren aan iemand die resusnegatief is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 47 - Quiz