This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Inwendig milieu = De weefselvloeistof en het bloedplasma
Dit wordt constant gehouden door opname, opslag en uitscheiding van stoffen
Uitwendig milieu = omgeving eromheen + darminhoud en longinhoud
Op de ziekteverwekker zitten antigenen
Je lichaam maakt antistoffen die op de antigenen passen
De antistoffen maken de ziekteverwerkker onschadelijk