§3.5 Moleculen les 2

§3.5 Moleculen
Lesplanning:
  1. Herhaling moleculen
  2. Opgaven §3.5 afronden
  3. Herhaling dichtheid

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§3.5 Moleculen
Lesplanning:
  1. Herhaling moleculen
  2. Opgaven §3.5 afronden
  3. Herhaling dichtheid

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan je...
  • het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel uitleggen met het molecuulmodel;

Slide 2 - Slide

       Moleculen

Slide 3 - Slide

Mengsels

Slide 4 - Slide

Indampen
Filtreren

Slide 5 - Slide

A is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 6 - Quiz

B is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 7 - Quiz

C is?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast

Slide 8 - Quiz

In een vaste stof zitten de moleculen:
A
op hun eigen plek en bewegen niet
B
niet op een eigen plek omdat ze bewegen
C
op hun eigen plek maar bewegen
D
vast

Slide 9 - Quiz

In een vloeistof hebben de moleculen:
A
geen vaste plek
B
elk hun eigen plek
C
het gezellig en nooit dorst

Slide 10 - Quiz

De moleculen van een stof veranderen als de stof smelt
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

In een vloeistof trekken moleculen elkaar harder aan dan in een vaste stof
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

In een gas hebben de moleculen:
A
het warm
B
een sterke aantrekkingskracht tot elkaar
C
niets meer met elkaar te maken en bewegen ze vrij rond
D
een veel kleiner volume

Slide 13 - Quiz

De aantrekkingskracht tussen moleculen verandert als een stof smelt
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
§3.5 digitaal - alle opgaven 


Klaar?! start met het maken van een samenvatting van H3

Slide 15 - Slide


Waarom blijf jij drijven in water?

Slide 16 - Open question

Dichtheid

Slide 17 - Slide

ρ(cm3g)=V(cm3)m(g)

Slide 18 - Slide


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 19 - Quiz


De blokken hebben dezelfde massa. Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 20 - Quiz

1 kg = ... g
A
10 g
B
100 g
C
1000 g
D
0,001 g

Slide 21 - Quiz

1000 mL = ...
A
0,001m3
B
1 L
C
1000cm3
D
1dm3

Slide 22 - Quiz

Bereken de dichtheid van het blokje.

Slide 23 - Open question

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm³. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 24 - Quiz

De massa van het steentje is 16 gram. Hoe groot is de dichtheid van de steen?
A
1,8cm3g
B
0,56cm3g
C
144cm3g
D
1cm3g

Slide 25 - Quiz

Voorbereiden op de toets
  • Samenvatten H3
  • Opgaven nogmaals maken
  • Oefentoets maken
  • Vragen stellen 

Slide 26 - Slide