Economische dimensie les 5

Burgerschap
Thema 3 Kritisch consumeren
Omgaan met geld

Uitleg Portfolio Opdracht

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Burgerschap
Thema 3 Kritisch consumeren
Omgaan met geld

Uitleg Portfolio Opdracht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Maak de geldtype test:

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maak de geldtype test:

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Maak de geldtype test:

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke geldtype ben jij?
(Waarom is het belangrijk om deze test te maken?)
Rekenmaster
Geld-chaoot
Big spender
Superspaarder

Slide 5 - Poll

 Tijdens de gezamenlijke bespreking in de les is het belangrijk om aan te geven waarom het belangrijk is om deze test te maken en wat voor invloed de persoonlijke keuzes hebben op de economie. 

Het lijkt me goed om ze te laten nadenken of ze verstandig met hun geld omgaan, of ze iets daarin zouden willen veranderen? Hoe ze dat kunnen aanpakken? 
Inkomsten en uitgaven
  • Inkomsten = het geld wat er binnenkomt
             (bijv. loon), toeslagen (soorten?), steun ouders, studiefinanciering
  • Uitgaven = het geld wat je betaalt om iets te krijgen
             (bijv. telefoonabonnement), vaste lasten

Budgetplan = een overzicht van je inkomsten en uitgaven
Zo kan je zien of je geld overhoudt of tekortkomt! #handig

Slide 6 - Slide

This item has no instructions







Inkomsten = uitgaven = ?
Inkomsten
Uitgaven
Loon
200
Zorgverzekering
135
Zorgtoeslag
104
Telefoonabbonement
30
Stagevergoeding
60
Kleding
100
Uitgaan
65
Totaal
364
330

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

We bekijken een video:

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Hoe werkt een verzekering?

Slide 10 - Slide

Bij een verzekering betaal je éénmalig of elke maand een bedrag. Als er dan iets gebeurt kun je geld van de verzekering krijgen. Op deze manier verzeker je jezelf dat je geen financieel risico loopt.
VERZEKERINGEN
Verzekering
  • Een overeenkomst met een verzekeraar, waarbij jij een vast bedrag betaalt en de verzekeraar bepaalde kosten dekt.
Premie
  • Het vaste bedrag dat je betaalt voor een verzekering.
  • Zorgverzekering
  • Een verplichte verzekering die medische kosten dekt.
  • basispakket
  • aanvullende verzekering

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Welke verzekeringen zijn er?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Zorgverzekering = verplicht

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

'Wie ongezond leeft, moet meer zorgpremie betalen'

Eens
Oneens

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Sparen
Geld sparen = geld apart zetten voor later
                                    
                                             Spaarrekening
Waarom sparen?
  • Onverwachte uitgave
  • Doel: iets willen doen of kopen, maar er nog niet genoeg geld voor hebben
    Als je je geld spaart bij de bank, ontvang je daar rente over

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Spaar jij?
Nee, ik geef iedere maand (bijna) alles uit
Ik spaar een deel, de rest geef ik uit
Ik spaar bijna alles, ik koop eigenlijk heel weinig

Slide 16 - Poll

This item has no instructions

Hoe heb jij je zorgverzekering afgesloten?
A
Dit weet ik niet
B
Dit hebben mijn ouders voor mij geregeld
C
Dit heb ik zelf lang geleden uitgezocht
D
Dit heb ik zelf kort geleden uitgezocht

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Geld lenen
Sommige mensen lenen geld als ze iets willen kopen.
Geld lenen = geld krijgen dat je later terug moet betalen

Rente = een extra bedrag dat je moet betalen voor het lenen van geld

Je betaalt dus meer geld dan je hebt geleend!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Schuld
= een geldbedrag dat je moet terugbetalen

Geld lenen = schuld opbouwen

Een schuld kan voor grote problemen zorgen!

Schuld = lastiger om rekeningen te betalen = grotere schuld

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Hoe kan je schulden krijgen?
  • Overbesteding: meer geld uitgeven dan je hebt
  • Compensatie: beter voelen door te kopen (belonen)
  • Doordat er dingen in je leven veranderen (bijv. verlies baan of scheiding)
  • Onvoorziene kosten (bijv. boete)
  • Rekening(en) niet betalen
  • Gedrag: verslaving, overschatten
  • Lenen
  • Terugbetalen van toeslagen of uitkering
  • Tekort aan kennis of vaardigheden

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Gevolgen...          Schulden duren lang!!
  • Geen leuke dingen doen 
  • Geen bankrekening openen
  • Salaris, maar weinig van terugzien
  • Niet op vakantie
  • Niet op jezelf wonen
  • Veel werken
  • Geen huis kopen
  • Stress

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Incassobureau
Na meerdere betalingsherinneringen niet betaald? 
Dan wordt het incassobureau ingeschakeld
Let op: dit brengt extra kosten met zich mee!

Reageer altijd direct op een brief van een incassobureau,
ook als je niet kunt betalen! 

Deurwaarder: dwingen om te betalen (beslag leggen op je loon)

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Let op! Geld lenen kost geld
De waarschuwing 'Let op! Geld lenen kost geld!' is sinds 2009 verplicht voor leenreclames op radio, televisie, internet en andere media. De waarschuwing moet mensen wijzen op de risico's en kosten van geld lenen.
Overweeg goed of het geld 
lenen écht nodig is!

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Portfolio opdracht
p. 255 werkboek Een duurzaam product presenteren

Video presentatie
of
Powerpoint met audio
Inleveren via Teams. Deadline vrijdag 18 juni

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Lezen handboek Thema 3 H1 p. 192 t/m 197
Maken werkboek 232 t/m 237

Slide 26 - Slide

This item has no instructions