8e les voor 2MH op 17 november 2022

Pruiken en revoluties
Paragraaf 2.1 De Pruikentijd
Tijdvak 7
Pruiken waren de mode tussen 1700 en 1800
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Pruiken en revoluties
Paragraaf 2.1 De Pruikentijd
Tijdvak 7
Pruiken waren de mode tussen 1700 en 1800

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Leerdoel

Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen waarom de 18e eeuw de pruikentijd wordt genoemd. Kunnen jullie uitleggen wat een  standenmaatschappij is en hoe deze uiteindelijk onder invloed van de Verlichting ten einde kwam.


Slide 3 - Slide

Informatieboek op pagina 23

Slide 4 - Slide

Nederland
  • Nederland was niet meer het rijkste land van Europa, zoals dit in de Gouden Eeuw het geval was

  • In de steden was het vaak armoedig, daarom bouwden rijke Amsterdammers dure huizen aan de rivieren

  • In Nederland was er geen koning, de adel had weinig macht en de geestelijkheid bestond niet in de protestante kerk

Slide 5 - Slide

Pruiken voor de rijken
  • In de 18e eeuw was het in de mode om pruiken te dragen

  • Daarom wordt de 18e eeuw de pruikentijd genoemd

  • Met een pruik konden mannen laten zien hoe rijk of belangrijk ze waren

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)

Slide 8 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid

Slide 9 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel

Slide 10 - Slide

De standenmaatschappij
De bevolking was verdeeld in standen (met name in Frankrijk)
Eerste stand
Geestelijkheid
Tweede stand
Adel
Derde stand
De rest (handelaren, boeren, arbeiders)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

De derde stand
Bijna de hele bevolking hoorde bij de derde stand
  • Rijke boeren
  • Handelaren
  • Kleine boeren
  • Ondernemers
  • Artsen
  • Ambachtslieden
  • Arbeiders
  • Bankiers
  • Zwervers

Slide 13 - Slide

Standenmaatschappij
De derde stand doet het zware werk, betalen alle belastingen en hebben geen rechten.

De eerste en tweede stand hadden privileges (voorrechten, dingen die zij wel mochten doen en anderen niet).

Slide 14 - Slide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 15 - Slide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 16 - Slide

Eigenlijk...


Kwam het er op neer dat de boeren en burgers werkten en belasting betaalden voor de eerste en tweede stand.

Slide 17 - Slide

Leg de afbeelding uit

Wie zie je?

Wat is de boodschap van de maker?

Slide 18 - Slide

Welke standen waren er in Frankrijk, en wat was de volgorde?

Slide 19 - Slide

In Frankrijk kan iemand heel rijk zijn, maar toch niets te vertellen hebben. Hoe kan dat?

Slide 20 - Slide

Voor nu: maken / huiswerk
Introductieopdrachten 1 tot en met 3 op pagina 26 van het werkboek - straks nabespreken
Klaar? Huiswerk voor morgen:
Opdrachten 1, 3 en 4 van paragraaf 2.1
Havo opdracht 5

Slide 21 - Slide