Diabetes

Diabetes Mellitus 
1 / 49
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Diabetes Mellitus 

Slide 1 - Slide

Doelen voor deze week
1. Jullie kunnen aangeven wat het verschil is tussen type 1 en type 2.
2. Jullie kunnen benoemen op welke manier diabetes behandeld kan worden

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Insuline hormoon
Hormonen zijn belangrijk voor verschillende processen in het lichaam. 
groei en ontwikkeling, puberteit en voortplanting, stofwisseling, water en zouthuishouding, gedrag, gevoel en emoties.

Slide 9 - Slide

Insuline hormoon
Insuline is een hormoon. 
geproduceerd in de Alvleesklier.
Heeft invloed op de glucose (suiker) huishouding van het lichaam. 

Slide 10 - Slide

Insuline zorgt ervoor dat glucose wordt opgenomen in de cel.



Insuline heeft een sleutelfunctie. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Diabetes Mellitus
Ook wel suikerziekte
onderscheidt in type 1 & type 2

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Type 1
Suikerziekte (suiker is een vorm van glucose)

Foutje in het immuunsysteem 
Het lichaam valt zichzelf aan. 

Slide 15 - Slide

Het lichaam maakt dus geen (of niet voldoende) insuline aan. 
Gevolg --> te veel glucose in het bloed --> hyperglykemie 
(hyper = hoog)

Slide 16 - Slide

Type 2
- Lichaam kan het glucosegehalte in het bloed niet goed regelen door te weinig insuline
- Lichaam reageert niet goed op insuline
- Bloedsuikerspiegel blijft te hoog
- Komt op alle leeftijden voor

Slide 17 - Slide

https://www.diabetesfonds.nl/over-diabetes

Thieme

Slide 18 - Slide

De opdracht

Slide 19 - Slide

Hyperglycemie 
Symptomen van een "hyper"  zijn:
Moeheid/slaperigheid
Veel dorst 
Veel plassen
Droge tong

Slide 20 - Slide

Hypoglykemie 
Bij een "hypo" heeft het lichaam te weinig suiker.
symptomen van een hypo zijn:
wisselend humeur, honger, bleekheid, beven, slechtzien,

Slide 21 - Slide

Bloedglucose bepalen
Doormiddel van een vingerprik. 


Slide 22 - Slide

Behandeling diabetes type 1
Behandeling met medicijnen
Behandeling met insuline
Voeding
Beweging

Slide 23 - Slide

Stap 1: lees de casus over ... goed door.

Slide 24 - Slide

Stap 2: Ga opzoek naar informatie over diabetes type 1. Hiervoor kun je gebruik maken van de website van diabetes fonds.

Slide 25 - Slide

Stap 3: nu je informatie hebt over diabetes type 1, ga je een dagmenu samenstellen. Het menu moet bestaan uit:
Ontbijt
Lunch
Diner
3 tussendoortjes.

Slide 26 - Slide

Het dagmenu maak je in een word document. Als je klaar bent met de opdracht dan lever je die in via de elo. 

Slide 27 - Slide

Insuline wordt gemaakt door de alvleesklier
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Insuline is:
A
Hormoon
B
Medicijn
C
Voedingsstof

Slide 29 - Quiz

Welke vorm van diabetes komt het meest voor?
A
Diabetes type 1
B
Diabetes type 2
C
Beide vormen komen even vaak voor

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Diabetes komt alleen voor bij oudere mensen
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Type 1 diabetes is niet te genezen
A
waar
B
niet waar

Slide 33 - Quiz

Diabetes type 1 is te genezen
A
waar
B
niet waar

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Een hypo betekent dat iemand een te hoog bloedglucose heeft
A
Niet waar
B
Waar.

Slide 36 - Quiz

Een hyper betekent dat iemand een te lage bloedsuiker heeft
A
Waar
B
Niet waar

Slide 37 - Quiz

Bij een hypoglykemie zijn de waarden lager dan
A
4mmol/l
B
6 mmol/l
C
10 mmol/l

Slide 38 - Quiz

Waar/nietwaar je kunt zien dat je diabetus hebt als je je vingernagel blauw is
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Is diabetes erfelijk?
A
ja
B
nee
C
afhankelijk van het soort

Slide 40 - Quiz

Je merkt het meteen als je diabetes type 2 hebt
A
ja
B
nee

Slide 41 - Quiz

Is er verschil tussen mannen en vrouwen diabetes?
A
Ja
B
Nee

Slide 42 - Quiz

Hoeveel mensen in Nederland hebben diabetes?
A
1 miljoen mensen
B
1,1 miljoen mensen
C
1,2 miljoen mensen

Slide 43 - Quiz

De bloedglucose wordt bepaald door?
A
Een druppeltje bloed
B
Een druppeltje speeksel

Slide 44 - Quiz

Mag je sporten met diabetes?
A
ja
B
nee

Slide 45 - Quiz

In welke vingers mag je niet prikken voor het meten van de glucose?
A
Ringvinger
B
Middelvinger
C
Duim

Slide 46 - Quiz

Bij welke bloedsuiker ontstaat een hyper?
A
tussen 4 en 8
B
tussen 9 en 17
C
tussen 0 en 4

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide