Medeklinkerverdubbeling: blik - blikken Let op! Als het woord eindigt op een onbeklemtoonde -ik, -es, -et verdubbelt de medeklinker niet. Bijvoorbeeld: monniken, bangeriken, luiwammesen
Slide 7 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord
Meervoud op -en en -s. Bijvoorbeeld: gedachten/gedachtes of seconden/secondes.
Vreemde meervouden dosis - doses of dosissen museum - musea of museums datum - data of datums
Slide 8 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord op -ee of -ie
Bacteriën = de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep
Categorieën = de klemtoon ligt op de laatste lettergreep
Slide 9 - Slide
Verkleinwoorden
Van de meeste zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinwoord maken.
Meestal -je of -tje achter het woord.
vakantie - vakantietje schaar - schaartje dans - dansje
Slide 10 - Slide
Soort woord met voorbeeld
Woorden met een -m boom
Woorden met een -ng koning
Achteraan -a, -o of -u opa, auto, paraplu
Achteraan -y baby
Woorden met cijfers of afkorting dvd, A4
Regel met voorbeeld
-pje
boompje
-kje en de -g laat je weg
koninkje
extra klinker
opaatje, autootje, parapluutje
-'tje
baby'tje
-'je of -'tje
dvd'tje, A4'tje
Slide 11 - Slide
Luister goed
De woorden aan de linkerkant hebben allemaal een lange klank
aa / oo/ uu/ oo /ie/, maar je schrijft ze met één letter.
Om de lange klank te behouden, schrijf je in het meervoud een komma voor de s.
kilo’s
menu's
panda's
kiwi’s
guppy’s
Slide 12 - Slide
let op
Bij woorden op -ee en -ie is dit niet nodig.
Daarom schrijf je de s in die gevallen aan het woord vast.
tralies
abonnees
dictees
toffees
tralies
guppy’s
Slide 13 - Slide
Opdrachten én huiswerk voor maandag:
Van de vorige lessen (in je boek):
7.3
1, 4, 6, 11, 13, 14
Vandaag (online):
15, 16, 17, 21, 25, 38
Let op: deze opdrachten staan bij de extra opdrachten!