This lesson contains 12 slides, with text slides.
je zet -je/-tje-pje achter het woord
Uitzondering: woorden op -ng -> koning -> koninkje
woning -> woninkje
Lama ->lamaatje
loge -> logeetje
ski -> skietje
auto -> autootje
accu -> accuutje
staat er een klinker voor -y > tje eraan vast
diskjockey -> diskjockeytje
staat er een medeklinker voor -y -> 'tje
baby -> baby'tje