This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Startopdracht
Zoek een plek in de klas
Mobiel in je tas of in de telefoontas
Jas en oortjes uit
Boek+ schrift+ pen op tafel
Slide 1 - Slide
Planning
Startopdracht (5min)
Uitleg (15min)
Aan het slag (20min)
Afsluiten (5min)
Slide 2 - Slide
H9. Gezond lichaam
9.1 Gezondheid meten
9.2 Gezond gewicht
9.3 Gezonde lucht
9.4 Alcohol en drugs
Slide 3 - Slide
9.1 Lesdoelen
Kunnen uitleggen wat lichamelijke gezondheid is.
Kunnen uitleggen wat geestelijke gezondheid is.
De volgende termen kunnen uitleggen: Lichamelijk onderzoek, diagnose en prognose.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
9.1 Gezondheid meten
Lichamelijke gezondheid: Dit gaat over jouw lichaam. Is jouw lichaam goede conditie: zonder ziekten en aandoeningen. Je lichamelijke gezondheid kun je laten checken bij de arts
Geestelijke gezondheid: Dit gaat over hoe je in je vel zit. Als je je geestelijk niet goed voelt dan ga je naar een psycholoog. Een psycholoog kan je helpen om je weer beter te voelen
Slide 6 - Slide
Hoe check je je gezondheid?
Lichamelijk onderzoek
Diagnose
Prognose
Extra onderzoek
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Bloeddruk
Het bloed drukt tegen de wanden van je bloedvaten. Dit noem je de bloeddruk.
Bloeddruk is niet overal hetzelfde.
Slide 9 - Slide
Waarom is het niet goed als iemand last heeft van een hoge bloeddruk?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Wat beïnvloedt jouw gezondheid?
Je leefstijl: je persoonlijk leven
Je omgeving
De gezondheidszorg: voorzieningen
Slide 12 - Slide
Aan het werk
Maak opdracht: 1 t/m 16 blz. 140 t/m 147
Slide 13 - Slide
9.2 Gezond gewicht
Energie behoefte afhankelijk van:
1. Leeftijd
2. Activiteit
3. Geslacht
Slide 14 - Slide
Hoe houd je een gezond gewicht?
Eet je te weinig, dan kan je ondervoed raken. (bv. anorexia)
Eet je te veel, dan vergroot je de kans op overgewicht.
(Gezondheidsproblemen: sneller moe, groter kans op hart- en vaatziekten, suikerziekte, kanker, en problemen met spieren en gewrichten)
Slide 15 - Slide
Body Mass Index
Met het berekenen van de BMI wordt er gekeken of je wel een goed gewicht hebt.
Slide 16 - Slide
Waarom is suiker slecht voor je gebit?
Glazuur: buitenste laag van je tanden en kiezen
Tandbeen: de laag onder het glazuur
Cement: laagje tussen het tandbeen en het tandvlees
Tandbederf (cariës): gaatjes in je
tanden of kiezen
Tandplak: laagje bacteriën en
voedselresten
Slide 17 - Slide
Hoe blijven hart en bloedvaten gezond?
Verzadigde vetten: Ongezonde vetten.
- Aderverkalking:
Verstoppingen in je bloedvaten.
Slide 18 - Slide
Onverzadigde vetten
Gezonde vertten zijn juist goed voor je hart en bloedvaten. Dit zijn vloeibare vetten oftewel onverzadigde vetten
Slide 19 - Slide
Diabetes of suikerziekte
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Diabetes
Type 1: aangeboren diabetes
Type 2: "ouderdomsdiabetes"
Slide 22 - Slide
Hoe houd je een gezond gewicht?
Energie zet je neer kilojoule (kJ) of kilocalorie (kcal).
1 calorie is de hoeveelheid energie die
nodig is om 1 gram water 1 graad Celsius
in temperatuur te doen stijgen.
1 kcal = 4,184 kJ
Slide 23 - Slide
BMI: wat betekent het?
Slide 24 - Slide
Body Mass Index
(BMI)
BMI =
Gewicht (kg)
Lengte2 (m2)
Slide 25 - Slide
BMI
"De Body Mass Index (BMI) houdt geen rekening met vetpercentages van personen. Ook leidt een verhoogd BMI niet tot een vervroegde sterfte. En dat terwijl BMI staat als een maat voor de gezondheid! BMI is dus niet volledig betrouwbaar!“
Slide 26 - Slide
Hoe houd je een gezond gewicht?
Eet je te weinig, dan kun je ondervoed raken. Je krijgt dan te weinig voedingsstoffen binnen.
Ondervoeding komt voor bij eetstoornissen als anorexia.
Slide 27 - Slide
Gevolgen van ernstig
Ondergewicht
Slide 28 - Slide
Diabetes
- Diabetes type 1
- Alvleeskliercellen
- Diabetes type 2
- Lichaamscellen
Slide 29 - Slide
de symptomen
afvallen zonder dat er een reden voor is
veel plassen
veel dorst
ziek en beroerd voelen
wazig zien
misselijk zijn en overgeven
dorst en droge mond
veel plassen
veel moe
slecht zien of wazig
slecht genezende wonden
kortademig
pijn in de benen tijdens het lopen
diabetes type 1
diabetes type 2
Slide 30 - Slide
Diabetes (suikerziekte)
Wat is het?
Slide 31 - Slide
Aan het werk
Maken:
opdracht: 1 t/m 20 blz. 148 t/m 158
Slide 32 - Slide
Wat gaan we doen
Huiswerk nakijken
Stukje herhaling 9.2
Uitleg 9.3
aan het werk
Slide 33 - Slide
Diabetes
Slide 34 - Mind map
Verzadigd vet is goed voor je
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Meisjes hebben meer energie nodig dan jongens
A
Juist
B
Onjuist
Slide 36 - Quiz
Ahmed is aan het gamen, hij heeft minder energie nodig dan Bilal die aan het boksen is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
9.3 Gezonde lucht
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Wat zit er in sigaretten?
Nicotine: de verslavende stof in sigaretten
Teer: Deze stof blijft als een bruinzwart laag in je luchtwegen en op de wand van de longblaasjes plakken.
Teer maakt longblaasjes kapot
Teer is kankerverwekkend
Teer beschadigt de trilhaarcellen van de luchtwegen
Koolstofmono-oxide: een reukloze gas, die zich beter kan hechten aan rode bloedcellen dan zuurstof
Slide 40 - Slide
Waarom is roken ongezond?
Chronische bronchitis: door ontstekingen van de slijmvliezen in de longen produceren die slijmvliezen meer slijm dan normaal
Longemfyseem: de longblaasjes gaan stuk.
Slide 41 - Slide
Wat zijn de gevolgen van overgevoelige luchtwegen?
Slide 42 - Slide
Huiswerk
9.3: Opdrachten 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 13,
Slide 43 - Slide
Startopdracht
Zoek een plek in de klas
Mobiel in je kluis
Jas en oortjes uit
Boek+ schrift+ pen op tafel
Slide 44 - Slide
Planning
Startopdracht (5min)
Uitleg (15min)
Aan het slag (20min)
Afsluiten (5min)
Slide 45 - Slide
9.4 Alcohol en Drugs
Slide 46 - Slide
Lesdoelen
Je kunt de invloed van drugs op je lichaam beschrijven.
Je kunt uitleggen wat de gevolgen kunnen zijn van drugsgebruik.
Aan het eind van de les kun je de werking van de een paar soorten drugs benoemen
Aan het eind van de les heb je nagedacht over de houding die je aanneemt t.o.v. het gebruik van drugs.
Slide 47 - Slide
Slide 48 - Video
Effecten van drugs
Stimulerende middelen: zorgen dat je zenuwstelsel sneller werkt
Verdovende middelen: laten je zenuwstelsel langzamer werken
Bewustzijnsveranderende middelen: verandert je stemming en de wereld om je heen zier er heel anders uit dan in werkelijkheid
Slide 49 - Slide
Afhankelijkheid
Lichamelijke afhankelijkheid: als je stopt met gebruiken krijg je ontwenningsverschijnselen.
Geestelijk afhankelijk: je hebt het gevoel dat je niet zonder kunt.
Sociaal afhankelijk
Slide 50 - Slide
Problemen door versalving
Gezondheidsproblemen
Psychische problemen
Sociale problemen
Financiële problemen
Als je wilt stoppen met drugs gebruik dan moet je gaan afkicken.