WEBB - Levensloop Zelftest

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist

Zelftest H1
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zijn de volgende uitspraken juist of onjuist

Zelftest H1

Slide 1 - Slide

Een zeldzame postzegel kan zowel in absolute als in relatieve betekenis schaars zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Dat middelen maar op een manier kunnen ingezet worden noemen we alternatief aanwendbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

De kosten die worden betaald voor een schaars goed noemen we de opofferingskosten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Een verandering in de voorkeur leidt tot een verandering van de helling van een budgetlijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Als het nominale budget harder stijgt dan de prijzen neemt het reële budget toe
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Investeren is het aanschaffen van kapitaalgoederen met de bedoeling hiermee te produceren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Consumeren is het aanschaffen van producten voor de behoeftebevrediging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Als beide prijzen met eenzelfde percentage stijgen verschuift de budgetlijn evenwijdig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Door samenwerking kan een gevangenendilemma worden voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Bij een dominante strategie heeft een van de spelers een geestelijk overwicht op de ander.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

De spelers in een gevangenendilemma zullen zich altijd coöperatief opstellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

In het Nash-evenwicht kunnen de spelers hun opbrengst verbeteren door eenzijdig van strategie te veranderen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

In een gevangenendilemma is het evenwicht een uitkomst die uiteindelijk voor alle spelers het minst ongunstig is.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Sociale normen kunnen er bij een gevangenendilemma voor zorgen dat de strategie van de spelers van niet-coöperatief naar coöperatief omslaat
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Aan de slag
Afmaken H1
Open vragen zelftest 1.28 t/m 1.31
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken
Niet af? Huiswerk!


Slide 16 - Slide