Klare taal 17: Ontkenningen - Niet/geen

Ontkennen: niet of geen?
Lesdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer je geen en wanneer je niet gebruikt; 
- Je kunt ontkenningen in het Nederlands goed toepassen. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ontkennen: niet of geen?
Lesdoelen
- Je kunt uitleggen wanneer je geen en wanneer je niet gebruikt; 
- Je kunt ontkenningen in het Nederlands goed toepassen. 

Slide 1 - Slide

Welke twee woorden kun je gebruiken om een ontkennende zin te maken?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Oké, laten we dat even herhalen...
GEEN: bij zelfstandig naamwoorden--> in plaats van 'een'
NIET: Vooral voorzetsels,  werkwoorden en voornaamwoorden 

Slide 4 - Slide

Vul de juiste ontkenning in:

Ik ben ... kabouter.
A
geen
B
niet

Slide 5 - Quiz

Vul de juiste ontkenning in:

Ik lust ... pannenkoeken.
A
niet
B
geen

Slide 6 - Quiz

Vul de juiste ontkenning in:

Ik hou ... van pannenkoeken.
A
niet
B
geen

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste ontkenning in:

Ik heb mijn huiswerk ... gemaakt.
A
geen
B
niet

Slide 8 - Quiz

Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.

Ga je op vakantie?

Slide 9 - Open question

Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.

Heb je een huisdier?

Slide 10 - Open question

Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.

Vind je hardlopen leuk?

Slide 11 - Open question

Geef antwoord op de vraag. Gebruik niet/geen.

Heb je dansles?

Slide 12 - Open question

Even herhalen...
GEEN: bij zelfstandig naamwoorden--> in plaats van 'een'
NIET: Vooral voorzetsels,  werkwoorden en voornaamwoorden 

Slide 13 - Slide

Oefenen!
Klare Taal les 17
Als je klaar bent werk je verder in Klare taal!

Slide 14 - Slide