Havo/VWO BE 17.1 en 17.2/18.1 t/m 18.3 incl. quizvr

Eigen vermogen
Bestaat uit geplaatst aandelen kapitaal en reserves en (indien op de balans vermeld) de nettowinst
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Eigen vermogen
Bestaat uit geplaatst aandelen kapitaal en reserves en (indien op de balans vermeld) de nettowinst

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Hoofdstuk 17H/18V      Eigen Vermogen

Aan het eind van de les:
  • Kan je het geplaatst aandelenkapitaal, aandeel, nominale waarde, emissiekoers, beurskoers en dividend omschrijven. 

Slide 2 - Slide

Aandelenkapitaal
  • Is onderdeel van het eigen vermogen van een onderneming;
  • De onderneming kan blijvend over dit kapitaal beschikken;
  • Garantiefunctie: Kan verliezen opvangen.

Slide 3 - Slide

Aandeel

Slide 4 - Slide

De waarde van het aandeel
Nominale waarde: Staat op het aandeel
Koerswaarde: Is de waarde waarvoor het aandeel wordt verkocht (op de beurs)
Emissiekoers: De waarde waarvoor nieuw uitgegeven aandelen worden verkocht

Het uitgeven van aandelen heet: emitteren

Slide 5 - Slide

Aandelen op de balans
Maatschappelijk aandelen kapitaal  € 1.000.000 
Aandelen in portefeuille                       € 400.000 -
Geplaatst aandelen kapitaal                                  € 600.000

Aandelen staan op de balans voor de NOMINALE waarde.  
LET OP:  
Alleen het geplaatst aandelenkapitaal telt mee op de balans.

Slide 6 - Slide

Belegger
Dividend:      
Een stukje van de winst dat per aandeel wordt uitgekeerd.

Koerswinst: 
Als de waarde van je aandeel stijgt en je hem voor meer verkoopt dan dat je hem verkocht hebt

Slide 7 - Slide

Tantième
Dit is een winstuitkering voor de commissarissen en personeelsleden.


Slide 8 - Slide

Hoe heet het uitgeven van aandelen door een bedrijf?
A
Koersen
B
Emitteren
C
Garanderen
D
Dividend

Slide 9 - Quiz

Hoe noem je de waarde van het aandeel die op het aandeel zelf staat?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je de waarde waarvoor je een al bestaand aandeel kan kopen?
A
Nominale waarde
B
Nummerieke waarde
C
Koerswaarde
D
Emissiekoerswaarde

Slide 11 - Quiz

De beurskoers van een aandeel met een nominale waarde van €10,- is op 31 december 2019 €17,-. Hoeveel moet je betalen voor 500 aandelen?

Slide 12 - Open question

Het maatschappelijk aandelen kapitaal is 2 miljoen euro, in portefeuille zijn er nog 50.000 aandelen met een nominale waarde van €10,- Hoeveel aandelen zijn er in omloop?

Slide 13 - Open question

Het rendement op een aandeel is afhankelijk van het koersverloop van dat aandeel en het dividend op dat aandeel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

De waarde van een aandeel...
A
Kan per dag wijzigen
B
Wijzigt als het bedrijf de prijs aanpast
C
Schommelt de hele beursdag door
D
Schommelt binnen vooraf bepaalde grenzen

Slide 15 - Quiz

Aandelen in portefeuille
A
Eigen vermogen
B
Kort vreemd vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Telt niet mee op balans

Slide 16 - Quiz

Een aandeel is...
A
een schuldbewijs van een nv dat recht geeft op een aandeel in de winst
B
een schuldbewijs van een nv dat recht geeft op koerswinsten
C
een eigendomsbewijs van een nv dat recht geeft op interest
D
een eigendomsbewijs van een nv dat recht geeft op dividend

Slide 17 - Quiz

Het geplaatste aandelenkapitaal is €1.000.000 en de aandelen in portefeuille zijn €200.000 waard. Hoeveel is het maatschappelijk aandelenkapitaal waard?
A
800.000 euro
B
1.000.000 euro
C
1.200.000 euro
D
1.400.000 euro

Slide 18 - Quiz

Een aandeel is een
A
Eigendomsbewijs
B
Schuldbewijs
C
Eigen vermogen
D
Vreemd Vermogen

Slide 19 - Quiz

Maatschappelijk aandelenkapitaal - aandelen in portefeuille = geplaatst aandelen kapitaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Wat is een aandelen emissie?
A
Het inkopen van aandelen
B
het uitgeven van nieuwe aandelen
C
het is hetzelfde als een markerorder
D
een grote hoeveelheid aandelen tegelijk verkopen

Slide 21 - Quiz

Preferente aandelen (vwo 18.2)
Sommige aandelen hebben voorrang op een bepaald gebied, dit zijn de preferente aandelen. 
Voorrang op:
  • Winstuitkering (bijvoorbeeld: "6% preferent aandelenkapitaal")
  • Zeggenschap (prioriteitsaandelen genoemd; op naam, vaak oprichters)
  • Uitkering bij liquidatie ( voorrang op 'gewone' aandeelhouders)

Slide 22 - Slide

17.2(havo)/18.3 (vwo) 
Emissie van aandelen

Slide 23 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je het agio berekenen bij plaatsing van aandelen

Slide 24 - Slide

Het uitgeven van aandelen
Bekend maken dat je nieuwe aandelen gaat uitgeven.  
In de Prospectus staat:
  • Het doel van de emissie
  • een overzicht van de resultaten van afgelopen jaren
  • winstverdeling
  • de verwachte emissiekoers
  • de plaatsings- en betaaldatum

Slide 25 - Slide

Wat was de nominale waarde van een aandeel ook alweer?

Slide 26 - Open question

Pari
De Emissiekoers is:

  • A pari --> Gelijk aan de nominale waarde
  • Boven pari --> Boven de nominale waarde (agio)
  • Beneden pari --> Onder de nominale waarde (zeldzaam)

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Agio reserve
  • Als je aandelen voor meer verkoopt dan de nominale waarde neemt de Agioreserve (credit op de balans) toe.

Slide 29 - Slide

Voorbeeld
Beco nv gaat 1.000.000 aandelen met een nominale waarde van € 10,- verkopen voor € 14,-.
Het agio per aandeel is € 4,-
Ze ontvangen hiervoor: 1.000.000 x €14 = € 14.000.000
Het geplaatst aandelenkapitaal neemt toe met: 
1.000.000 x €10 = €10.000.000
De agioreserve neemt toe met 1.000.000 x €4 = € 4.000.000

Slide 30 - Slide

Een nv wil €2 miljoen euro binnen krijgen via een aandelen emissie. De nominale waarde van een aandeel is €30,- en de agio is €20,-. Hoeveel aandelen moet de nv verkopen?
A
66.667
B
200.000
C
40.000
D
100.000

Slide 31 - Quiz

Groen nv verkoopt 100.000 aandelen met een nominale waarde van €20,- met een emissiekoers van €25,-. Het maatschappelijk aandelenkapitaal is €3.000.000
Welke balansposten veranderen en met welk bedrag?

Slide 32 - Open question