H2: W.02: les 1 Lektion 5/6: woordenschat trainen

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2,3

Heute

• Herhaling ontleden 1e, 3e en 4e naamval
  
• Herhaling voorzetsels 3e naamval 
  

Herzlich Willkommen! 

Deine Schulsachen bitte auf den Tisch!

1

2

3

4

Wortschatz

Grammatik

Arbeitsbuch

Hausaufgaben

Unterrichtsstunde Deutsch

Im Arbeitsbuch arbeiten

Auf. 1-7

Lernen für die Prüfung!

Modal Verben üben und eine Aufgabe machen

Wörter Lektion 1 durchnehmen

Deze les geldt voor A3B.

Unterrichtsziele

Aan het einde van de les kun je de belangrijkste kleuren in het Duits opnoemen.

Aan het einde van de les kun je tellen in het Duits.

Je leert nieuwe synoniemen rondom het thema Taschengeld und Mode.

Je kunt de hoofdlijnen uit een Duitse tekst halen en in eigen woorden samenvatten.

synoniem = woord van gelijke betekenis

Modale werkwoorden üben

Grammatik

• Aufgabe 1: such die Quizletmappe dabei und übt mit den Modal Verben. Übe bitte die Verben 'können' 'dürfen' und 'mögen'.
• Aufgabe 2: schreibe auf was du dich noch erinnerst.
• Aufgabe 3: Hole ein Arbeitsblatt ab und übe mit den Aufgaben.

Lektion 3.1 Arbeitsbuch

Wortschatz

• Arbeite im Arbeitsbuch an die Aufgaben 1 bis 7. 

Tipp: lese die Aufgaben gut durch!!

Ik kan de werkwoorden dürfen, können en mögen vervoegen in het Duits.

😒🙁😐🙂😃

Welche neue Wörter hast du gelernt?

Aufgaben machen

Wortschatz

Macht Aufgaben 1 bis 4 auf Seiten 88 und 89. 

Arbeitet selbstständig und still.

Lektionen überprüfen

Wortschatz

1. bovendien

2. daarom

3. meestal

4. die Hose

5. die Schuhe

6. meteen

7. de week

8. vertellen

9. soms

10. noemen

modale werkwoorden

Grammatik

Wat is het?

werkwoorden waarmee je aangeeft dat iets wilt of vraagt of iets mogelijk is. En verder: een noodzaak aangeven.

Waarom leren?

Deze werkwoorden worden ontzettend veel gebruikt.

 

modale werkwoorden

Grammatik

Schrijf de volgende werkwoorden en vertalingen op:

müssen = moeten

können = kunnen

dürfen = mogen

wollen = willen

mögen = houden van/lusten/leuk vinden

möchten = graag willen

wissen = weten

modale werkwoorden

Grammatik

Schrijf de volgende werkwoorden en vertalingen op:

müssen = moeten

können = kunnen

dürfen = mogen

wollen = willen

mögen = houden van/lusten/mogen/leuk vinden

möchten = graag willen

wissen = weten

Die Zahlen

Grammatik & sprechen

6

7

11

12 

16 

17 

20 

30

Die Zahlen

Grammatik & sprechen

100 (ein)hundert

200 zweihundert

300 dreihundert

640 sechshundertvierzig

890 achthundertneunzig

1000 tausend

die Farben

auf Deutsch

• rot

• blau

• grün

• gelb

• orange

• rosa

• weiß

• schwarz

• braun

• hellgrün
• dunkelgrün
• hellblau
• dunkelblauw
• silber
• gold

grau

die Zahlen

wie viel kostet es?

€1,00

€29,59

€99,99

€2,50

€5,75

€30,-

€410

€7,98

€17,45

€23,65

€650

€101,10

€77,50

€83,38

Nicht vergessen!

Die Zahlen

Grammatik & sprechen

1 eins

2 zwei

3 drei

4 vier

5 fünf

6 sechs

7 sieben

8 acht

9 neun

10 zehn

11 elf

12 zwölf

13 dreizehn

14 vierzehn

15 fünfzehn

16 sechzehn

17 siebzehn

18 achtzehn

19 neunzehn

20 zwanzig

Die Zahlen

Grammatik & sprechen

30 dreißig

40 vierzig

50 fünfzig

60 sechzig

70 siebzig

80 achtzig

90 neunzig

100 (ein)hundert

Zwakke werkwoorden

Grammatik

Tiere, Natur und die Umwelt

Wörter hören, lesen und lernen

Lesen

Text über Stuttgart lesen und einige Fragen darüben beantworten.

Wörter/Sätze aus Lektion 1/6 aussprechen!

Zwakke werkwoorden

Grammatik

Was muss fertig sein?

Aufgaben 9-10-11-12 auf Seiten 59/60

Aufgabe 13 auf Seite 61

Arbeitet selbstständig!

Zwakke werkwoorden

Grammatik

ich	antworte	rede
du	antwort est	red est
er	antwort et	red et
wir	antworten	reden
ihr	antwort et	red et
sie	antworten	reden
Sie	antworten	reden

ich	habe	geantwortet
ich	habe	geredet

Je kunt uitleggen hoe werkwoorden met een stam eindigend op -d of -t in de tegenwoordige tijd worden vervoegd.

😒🙁😐🙂😃

Tiere, Natur und die Umwelt

Sprechen

Ihr seht 8 verschiedenen Bilder.

Führt Mini-Gespräche über die Umwelt.

Der eine stellt Fragen, der andere Antwortet. (Seite 66)

Aus Lektion 1:

x Aufgabe 7 und 8

x Lernbox 1, (Dui-Nl)

x Lernbox 
x Grammatikübersicht A,

x Klassendeutsch

Taschengeld und Mode

sehen, hören und lernen

sehen

Wir schauen ein Video über Taschengeld an.

Grammatik A

modale werkwoorden

Grammatik A

modale werkwoorden

• Sucht die Grammatikübersicht auf It's Learning.
• Wat valt op aan de vervoeging van de modale werken & wissen in enkelvoud (ik, hij, het) en meervoud (wij, jullie zij)?

• Macht Aufgabe 7 und 8 auf Seite 60/61

• Lektion 1: Taschengeld und Mode
• Text lesen
• Video Taschengeld anschauen
• Hausaufgaben

             

Während der Unterrichtsstunde:

• Je maakt kennis met woorden rondom Taschengeld und Mode.
• Je kunt het onderwerp van kijkfragmenten bepalen.
• Je kunt informatie over personen en plaatsen begrijpen.

Deze les geldt voor A3B.

TA3B:

Aus Lektion 4:

x Aufgabe 3 afmaken, 7, 9

x Lernbox 1, 2, 4 (Dui-Nl)

x Lernbox 3 (Nl-Dui)
x Grammatikübersicht A, B, C

x Klassendeutsch

Grammatikübersicht - Grammatik D

übersicht

• De dagen en de maanden in het Duits.
• Wanneer gebruik je im, am, um, von...bis.

Wörterliste machen

Ihr braucht ein Heft

Lektion

Buch

Heft

zusammen

selbstständig

Lernbox

Kapitel

Stift

Woche

Hausaufgaben

machen

Unterricht

lernen

• les
• boek
• schrift
• samen
• zelfstandig
• leerbox
• hoofdstuk
• pen

• week
• huiswerk
• maken
• onderwijs/de les
• leren