GPL - 3HV - 6 februari

GPL Natuurkunde
 Pak je spullen:

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

GPL Natuurkunde
 Pak je spullen:

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Filmpje
Kijkopdracht

- Wat staat symbool voor elektronen?
- Wat doen de elektronen?
- Wat gebeurt er in het filmpje als er iets "misgaat".

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Filmpje
Kijkopdracht

1) Wat staat symbool voor elektronen?
2) Wat doen de elektronen?
3) Wat gebeurt er in het filmpje als er iets "misgaat".

1) De groene mannetjes symboliseren elektronen.

2) De elektronen halen een gele bal op bij de batterij, en brengen dat via de draad naar de lamp.

3) Alle elektronen stoppen met bewegen.

Slide 5 - Slide

Stroomsterkte
Hoe meer elektronen door de draad per seconde, hoe hoger de stroomsterkte.

Symbool: I 
Eenheid: ampère (A)
 


Slide 6 - Slide

Spanning
Hoe meer energie een elektron mee krijgt, hoe hoger de spanning

Symbool: U
Eenheid: volt (V)

Slide 7 - Slide

Stroomsterkte
Hoe hoger de stroomsterkte, hoe meer elektronen er per seconde door iets heen gaan.

Je zegt:
Door dit lampje loopt een stroom van 3 ampère.
Je schrijft:
I = 3 A 

Slide 8 - Slide

Spanning
Hoe hoger de spanning, hoe meer energie de elektronen mee krijgen.


Je zegt:
Over deze stroomkring staat een spanning van 7 volt.
Je schrijft:
U = 7 V

Slide 9 - Slide

Welke richting?


Elektronen bewegen van de minpool naar de pluspool.

De stroom gaat van de pluspool naar de minpool

Slide 10 - Slide

Geleidbaarheid
Geleidbaarheid geeft aan hoe makkelijk elektronen door iets kunnen bewegen.

Je zegt:
Dit apparaat heeft een geleidbaarheid van 20 siemens.
Je schrijft:
G = 20 S

Slide 11 - Slide

Weerstand
Weerstand geeft aan hoe moeilijk elektronen door iets kunnen bewegen.

Je zegt:
Dit apparaat heeft een weerstand van 6 ohm.
Je schrijft:
R = 6  

Ω

Slide 12 - Slide

Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?

1: soort materiaal
2: dikte van de draad
3: lengte van de draad

Slide 13 - Slide

Als je een draad zo goed mogelijk wilt laten geleiden, dan  moet de draad zo                  mogelijk en zo                 mogelijk zijn.
dik
dun
lang
kort

Slide 14 - Drag question

Geleidbaarheid
Weerstand
Spanning
Stroomsterkte
Siemens
Volt
Ampere
Ohm

Slide 15 - Drag question

Voorbeeld vraag 1
Een lampje met een weerstand van 36
wordt aangesloten op een batterij die 8V spanning levert.

a) Bereken de stroomsterkte door het lampje.

b) Bereken de geleidbaarheid van het lampje op twee manieren.
Ω

Slide 16 - Slide

Voorbeeld vraag 2
Een elektrische kachel wordt op het stopcontact aan-gesloten. Er gaat dan een stroom van 0,8 A lopen.

a) Bereken de weerstand van de kachel.

b) Bereken de geleidbaarheid van de kachel op twee manieren.

Slide 17 - Slide

Voorbeeld vraag 3
Bekijk onderstaand 
(I,U)-diagram.








a) Bereken weerstand R1.
b) Bereken weerstand R2.

Slide 18 - Slide