This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Sleep het juiste woord naar de juiste plek
Uterus
ovaria
Vagina
Cervix
Tubae
Slide 1 - Drag question
Juist of onjuist: De baarmoeder is een holle spier
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Juist of onjuist De buitenste schaamlippen sluiten de schede af
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
Juist of onjuist De ingang van de schede heet vagina
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
wat is de Nederlandse term voor Ovaria?
Slide 5 - Open question
Wat betekent "fluor vaginalis"?
A
Bloederige afscheiding uit de vagina
B
Melkachtige afscheiding uit de vagina
C
Slijmerige afscheiding uit vagina
D
Riekende afscheiding uit vagina
Slide 6 - Quiz
Hoe komt het dat er in het warme, vochtige milieu van de vagina bacteriën geen kans krijgen?
A
Door de buitenste schaamlippen kunnen bacteriën niet naar binnen
B
Je plast de bacteriën bij iedere plasbeurt uit
C
Doordat er neutraliserende enzymen in de fluor vaginalis zitten
D
Fluor vaginalis zorgt voor een zuur milieu
Slide 7 - Quiz
Wat zijn de klieren van Bartholin?
A
Een hormoonklieren die oestrogeen aanmaakt
B
Klieren die slijm aanmaken bij seksuele opwinding
C
Klieren die prostaatvocht aanmaken
D
Klieren onder de tong die speeksel aanmaken
Slide 8 - Quiz
Wat is het Hymen?
A
De clitoris
B
Het deel tussen de anus en de vagina
C
Het maagdenvlies
D
Het deel tussen de grote en kleine schaamlippen
Slide 9 - Quiz
Wanneer start je menstruatiecyclus?
A
Op de eerste dan van je menstruatie
B
Op de laatste dag van je menstruatie
C
Na je eisprong
Slide 10 - Quiz
Wat gebeurd er in de proliferatiefase?
A
Het baarmoederslijmvlies wordt afgestoten
B
baarmoederslijmvlies wordt dikker, eicellen rijpen, eisprong
C
Aanmaken van slijm ter bevordering innesteling
D
De groei van baarmoederslijmvlies komt niet op gang door hormonen
Slide 11 - Quiz
Welke uitspraak over de menopauze is juist?
A
De productie van hormonen neemt sterk toe
B
Je menstruatie is onregelmatig
C
Botafbraak wordt sterker, dit kan leiden tot botontkalking
D
Het aantal eicellen die worden gerijpt blijft gelijk
Slide 12 - Quiz
Wanneer de eicel bevrucht en ingenesteld is, wordt er een hormoon aangemaakt die er voor zorgt dat de zwangerschap in stand blijft. Welke hormoon is dat?
A
Oestrogeen
B
hCG
C
Progesteron
D
Testosteron
Slide 13 - Quiz
Hoeveel chromosomen bevat een geslachtscel?
A
23
B
46
C
52
D
64
Slide 14 - Quiz
Sleep de componenten naar de juiste plek
Penis
Scrotum
Testis
Bijbal
Slide 15 - Drag question
Prostaat
Urinebuis
Blaas
Zwellichaam
klier van Cowper
testis
Schaambeen
Slide 16 - Drag question
Hoe kan het dat een vrouw vatbaarder is voor een blaasontsteking dan een man?
A
De voorhuid van de man sluit de plasbuis af
B
Mannen zijn hygiënischer
C
Vrouwen hebben een kortere plasbuis
D
Vrouwen hebben minder zuur milieu in genitaliën
Slide 17 - Quiz
De bijballen noemen we ook wel: Epididymis
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quiz
Mannen maken geen FSH en LH aan
A
Juist
B
Onjuist
Slide 19 - Quiz
Wat is de functie van FSH en LH bij mannen?
A
Zorgt voor seksuele opwinding
B
Zorgt voor groei van schaamhaar
C
Zorgt voor productie zaadcellen en aanmaak testosteron