Spelling klas 2 - Samenstellingen

Spelling
1 / 6
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 6 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling

Slide 1 - Slide

Samenstellingen
Een samenstelling is een woord dat is 
gemaakt uit twee woorden. 

Deze twee woorden betekenen zelf, 
los van elkaar, ook iets.

tuin + hek = tuinhek

Slide 2 - Slide

Samenstellingen

Samenstellingen schrijf je aan elkaar.

hond + hok = hondenhok
groente + soep = groentesoep

Wanneer komt er een N tussen en wanneer niet?

Slide 3 - Slide

Samenstellingen
In een samenstelling schrijf je een    N     tussen 
de twee woorden wanneer:

Het gaat om 2 zelfstandige naamwoorden
waarvan het eerste woord een meervoud heeft op   N

Slide 4 - Slide

Samenstellingen
pan + koek = pannenkoek  (1 pan --> 2 pannen)

beer + vel = berenvel (1 beer --> 2 beren)

bril + koker = brillenkoker (1 bril --> 2 brillen)

muis + keutel = muizenkeutel (1 muis --> 2 muizen)

Slide 5 - Slide

Samenstellingen
MAAR:

beer + sterk = beresterk (sterk is nl. geen ZN)

zon + stelsel = zonnestelsel (want er is maar 1 zon)

groente + soep = groentesoep (want groentes / groenten)

Slide 6 - Slide