310 les 3: 1.2 / Percentage gegeven - 3M

Start geen nieuwe vergadering
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
Huiswerk
● Wat ga je leren?
● Terugblik: Vk1 t/m 1.1
● Theorie: 1.2
● Huiswerk en aan het werk.
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
Log in bij LU en
accepteer de les.
Doe dit bij voorkeur op een tweede device.
1 / 45
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering
Welkom   wiskunde!
Wat gaan we doen?
Huiswerk
● Wat ga je leren?
● Terugblik: Vk1 t/m 1.1
● Theorie: 1.2
● Huiswerk en aan het werk.
bij
We gaan zo starten.
Leerdoelenformulier voor je pakken.
Leg je
wiskunde-
spullen 
op tafel.
Log in bij LU en
accepteer de les.
Doe dit bij voorkeur op een tweede device.

Slide 1 - Slide

         Huiswerk??

Slide 2 - Slide

Wat ga je leren?
Je kunt het nieuwe aantal berekenen
 als de verandering in procenten gegeven is.

Je kunt uitleggen wat btw is.

Je kunt een berekening maken
 inclusief en exclusief btw.



H6: Verschillende verbanden
VK Machten en wortels
1. Periodieke verbanden
2. Kwadratische verbanden
3. De top van een parabool
4. Wortelverbanden
5. Machtsverbanden
H1: Procenten
VK Breuken en procenten
1. Breuken, procenten en
    decimale getallen
2. Percentage gegeven
3. Procenten gevraagd
4. Procenten en grote
     getallen
5. Terugrekenen naar 100%
6. Promille
7. Exponentiele formule

Slide 3 - Slide

Hoe bereken je 2/3 deel van 150?

Slide 4 - Open question

Op hoeveel decimalen ronden we, volgens afspraak, procenten af?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 5 - Quiz

1/4
10%
20%
1/10
0,25
33,3
12,5%
0,001
0,125
0,01

Slide 6 - Drag question

    5%                0,5

   0,6                   

                     

0,25               

             

41
73
21
Zet het juiste teken tussen de getallen.
53
76
65
...
...
...
...
...
<
<
<
<
<
>
>
>
>
>
=
=
=
=
=

Slide 7 - Drag question

Terugblik

Slide 8 - Slide

Terugblik
            deel is meisje,
        
     
     

2011

Slide 9 - Slide

Terugblik
            deel is meisje, dus       deel is jongen.
        
     
     

2011
209

Slide 10 - Slide

Terugblik
            deel is meisje, dus       deel is jongen.
        
       960 : 20 x 9 = 
     

2011
209

Slide 11 - Slide

Terugblik
            deel is meisje, dus       deel is jongen.
        
       960 : 20 x 9 = 432
     

2011
209

Slide 12 - Slide

Terugblik
            deel is meisje, dus       deel is jongen.
        
       960 : 20 x 9 = 432
       Dus 432 jongens zijn er.

2011
209

Slide 13 - Slide

Terugblik

Slide 14 - Slide

Terugblik
      deel onder de grond
      
      


119

Slide 15 - Slide

Terugblik
      deel onder de grond, dus       deel er boven = 60 cm.
      
      


119
112

Slide 16 - Slide

Terugblik
      deel onder de grond, dus       deel er boven = 60 cm.
            deel is dan 
      


119
112
111

Slide 17 - Slide

Terugblik
      deel onder de grond, dus       deel er boven = 60 cm.
            deel is dan 60 : 2 = 30 cm.
      


119
112
111

Slide 18 - Slide

Terugblik
      deel onder de grond, dus       deel er boven = 60 cm.
            deel is dan 60 : 2 = 30 cm.
De hele heipaal          is dan 30 X 11 = 330 cm.       


119
112
111
1111

Slide 19 - Slide

Terugblik
      deel onder de grond, dus       deel er boven = 60 cm.
            deel is dan 60 : 2 = 30 cm.
De hele heipaal          is dan 30 X 11 = 330 cm.       
Dus de heipaal is 330 cm.

119
112
111
1111

Slide 20 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.

Slide 21 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
Prijs in €

Slide 22 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
1,76
Prijs in €

Slide 23 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
1,76
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 24 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
102,3
1,76
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 25 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
102,3
1
1,76
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 26 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
102,3
1
1,76
X
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 27 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
102,3
1
1,76
X
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 28 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 29 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
:100
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 30 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
:100
x 102,3
x 102,3
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 31 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
:100
x 102,3
x 102,3
1,76 : 100 x 102,3 = 


100 + 2,3
Prijs in €

Slide 32 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
? 1,800...
:100
x 102,3
x 102,3
1,76 : 100 x 102,3 = 1,800...


100 + 2,3
Prijs in €

Slide 33 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
?
:100
x 102,3
x 102,3
1,76 : 100 x 102,3 = 1,800...

Dus de benzine kost
€ 1,80.
100 + 2,3
Prijs in €

Slide 34 - Slide

1.2: Percentage gegeven
Voorbeeld opgave. Schrijf mee in je aantekeningen.
Benzine
:100
102,3
1
1,76
X
?
:100
x 102,3
x 102,3
100 + 2,3
Prijs in €
Dit ging om een stijging in %, maar een daling is ook mogelijk. Dan doe je -,
bijv. 100 - 2,3 = 97,7%

Slide 35 - Slide

Stappenplan rekenen met procenten
  1. Vraag jezelf af of de vraag over procenten gaat.
  2. Zo ja, maak dan het schema.
    Met de goede titel en het goede "aantal".
  3. Vul het getal onder de 100 in. (ALLES)
  4. Vul het getal achteraan in. 
    - Krijg je een %, dan bovenin.
    - Krijg je een aantal, dan onderin.
  5. Zet tussen de twee ingevulde getallen een 1.
  6. Zet de verhoudingspijlen er bij en vul hier de berekeningen in.
  7. Reken het gevraagde getal uit. (niet afronden)
  8. Schrijf je conclusie op. Dus... (hier mag je afronden)

Procenten afronden op 1 decimaal.

Slide 36 - Slide

1.2: BTW

Slide 37 - Slide

1.2: BTW
BTW = Belasting Toegevoegde Waarde

Dit is de belasting die we over alle goederen en diensten betalen.
Dit is 21% of 9%. 
9% is voor de eerste levensbehoefte en sommige diensten, de rest is 21%. 

De uitleg hier over staat op blz. 26 in theorie F.
  • Velen kennen dit al van Economie:

Slide 38 - Slide

Ex. btw
Incl. btw
x 1,21
: 1,09
x 1,09
: 1,21
of
of
Economie   Economie
Economie   Economie

Slide 39 - Slide

Huiswerk

Maken van H1:

Paragraaf 1.2 volgens jouw leerroutes


Nakijken en verbeteren:

Huiswerk van H1 tot nu toe.


Achter de les staan een aantal uitleg-filpmjes.



Testopgaven op 
E -> blz 24
F -> blz 27

Inleveren in Teams

Slide 40 - Slide

Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.
Hierna volgen enkele filmpjes die je kunnen helpen met het behalen van de leerdoelen.

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video