koninkrijk der Nederlanden en ontstaan België en grondwet

Koninkrijk der Nederlanden

en ontstaan van België
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Koninkrijk der Nederlanden

en ontstaan van België

Slide 1 - Slide

Doelen
Eind van de les moet je kunnen uitleggen
1. wat een constitutionele monarchie is.
2. Hoe werd de 1e en 2e kamer gekozen + hun invloed
3. de plus- en minpunten van Willem 1.
4. Wat Belgie te maken heeft gehad met Nederland.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

1815

Landen in Europa willen voorkomen dat Frankrijk weer zo sterk wordt en creëren een sterk land ter noorden van Frankrijk. Geef aan welke landen dat zijn.


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Map

Geef aan welke landen dat zijn.
A
Duitsland en Belgie
B
Engeland en Ierland
C
Nederland, Belgie en Luxemburg
D
Denemarken en Duitsland

Slide 6 - Quiz

Koninkrijk der Nederlanden
- Ontstaat na val Napoleon.
- Constitutionele monarchie

Slide 7 - Slide

 Nederland krijgt een koning= monarchie
Koning Willem I
Eerste koning van Nederland

Slide 8 - Slide

Filmpje met vragen
1. Noteer alle positieve ontwikkelingen waar Willem 1 voor heeft gezorgd.
2. Wat zijn de minder positieve ontwikkelingen volgens de Belgen waar Willem 1 voor heeft gezorgd?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

De grondwet
- 1e kamer wordt benoemd door de koning. 2e kamer wordt         indirect gekozen via de provinciale staten. 
-  wetten maken
- Alleen rijke mannen zatten in de 1e en de 2e kamer.
- Dienaren van de koning/ helpen regeren/ besluiten uitvoeren.


Slide 11 - Slide

Wat is het parlement?
A
de eerste en tweede kamer samen
B
het kabinet
C
de overheid
D
alle ambtenaren in Nederland

Slide 12 - Quiz

Wie heeft de macht in een democratie?
A
de regering
B
de overheid
C
de dictator
D
het volk

Slide 13 - Quiz

Wanneer werd Nederland het Koninkrijk der Nederlanden?
A
1800
B
1820
C
1815
D
1825

Slide 14 - Quiz

Koning Willem I was onschendbaar.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Thorbecke was een:
A
Communist
B
Socialist
C
Man van adel
D
Liberaal

Slide 16 - Quiz

Ministeriële verantwoordelijkheid =
A
De minister is verantwoordelijk voor zichzelf
B
De minister moet verantwoording afleggen aan de koning
C
De minister moet verantwoording afleggen aan het parlement
D
De minister moet verantwoording afleggen aan de minister-president

Slide 17 - Quiz

Nieuw in de grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 18 - Quiz

vragen filmpje tot 3.30

- Let goed het filmpje geeft eerst een korte herhaling wat we al besproken hebben. Snap je het allemaal wat er wordt gezegd?


- Waarom liet Willem 2 een nieuwe grondwet maken?

- Wie schreef de nieuwe grondwet?

-Noteer alle wijzigingen in de grondwet van 1848.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Grondwet 1848
Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet.

Liberaal

koning Willem 2 geeft toe uit angst afgezet te worden. 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

In de grondwet staat dat de koning onschendbaar is. Welke zin hieronder gaat daarover?
A
De koning heeft het recht om wetten te maken
B
De koning kan alleen door de Tweede Kamer ontslagen worden
C
De koning maakt deel uit van het parlement
D
De koning valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video