This lesson contains 13 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Vis
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen
Les 1 : Vissoorten en de regels bij het vissen.
Les 2 tm 5: Naar de waterkant
Slide 2 - Slide
Welke vissen herken je?
Hoeveel zoetwatervissen komen er in de Nederlandse wateren voor?
ca 70
Slide 3 - Slide
Kesslersgrondel
Nieuwe vissen in Nederland
waar kunnen die vandaan komen?
Pontische stroomgondel
Uitzetten van vijvervissen, ingezwommen vanuit
Oost-Europa na aanleg Rijn-Donaukanaal, mee-
gekomen met ballastwater van schepen
Wat is de grootste zoetwatervis van NL? (Meerval, kan meer dan 2,5 meter lang worden).
Slide 4 - Slide
Waar kunnen die nieuwe vissen vandaan komen?
Uitzetten van vijvervissen
ingezwommen vanuit
Oost-Europa na aanleg Rijn-Donaukanaal
meegekomen met ballastwater van schepen
Slide 5 - Slide
Wat is de grootste zoetwatervis van Nederland?
De meerval kan wel 2.5 meter worden!
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Het huis van de vis. Wat heeft hij nodig?
Slide 8 - Mind map
Waterplanten
Tussen de waterplanten kunnen kleine vissen beschutting vinden tegen roofvis en visetende vogels. Maar ook de roofvis snoek kan zich tussen planten verschuilen om langszwemmendevissen te vangen. Met zijn schutkleur valt hij nauwelijks op.
Waterplanten dienen als voedselgebied. Wat eten vissen eigenlijk? (Laat dingen opnoemen; vissen eten vrijwel alles!).Vissen eten graag muggenlarven. Zonder vissen zouden er heel veel muggen zijn.
Waterplanten maken zuurstof, dat is belangrijk voor vissen. Hoe halen vissen adem
onder water?
Vissen maken geen nest zoals vogels, maar leggen
hun eitjes op waterplanten. De eitjes zijn kleverig en
blijven goed vastplakken.
De voortplanting bij vissen noem je paaien of
kuitschieten.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Water + zuurstof gaat in de bek, de zuurstof gaat naar de longen
Het water verlaat via de kieuwen het lichaam
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Bekstanden
De stand van de bek zegt iets over het voedsel dat de vis eet, maar is ook een
kenmerk om soorten uit elkaar te houden.
Bovenstandige bek: voedsel van het
wateroppervlak, zoals insecten, zaden uit bomen, maar ook brood
Eindstandige bek eten alles tussen oppervlak en bodem zoals
watervlooien
Onderstandige bek: Eten vooral bodemvoedsel zoals slakjes en