Uitleg hoofdstuk 13.6: Som van hoeken van vierhoek
Uitleg hoofdstuk 13.H: Hoeken berekenen en gelijkbenige driehoek tekenen.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Vandaag
Uitleg hoofdstuk 13.6: Som van hoeken van vierhoek
Uitleg hoofdstuk 13.H: Hoeken berekenen en gelijkbenige driehoek tekenen.
Slide 1 - Slide
Dit is een volle hoek
Die is altijd 360°
Net als een cirkel, die is ook 360°
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Drag question
Reminder: dit hoofdstuk ga je geen hoeken meten, maar hoeken berekenen. Dit betekent dat je niet met je geodriehoek meet, maar dat ik een berekening wil zien.
Nieuwe theorie: hoeken berekenen
(met een volle hoek)
Slide 4 - Slide
Bewijs dat een vierhoek, alle hoeken samen 360 graden zijn.
Stap 1: Een willekeurige vierhoek
Slide 5 - Slide
Stap 2: Alle vier de hoeken hebben een andere kleur
Slide 6 - Slide
Stap 3: De vier hoeken worden losgemaakt.
Slide 7 - Slide
Stap 4: De vier hoeken worden tegen elkaar gelegd.
Slide 8 - Slide
Stap 5: De vier hoeken maken een volle hoek en die is 360 graden!
Slide 9 - Slide
HAVO Hoeken bereken
Overstaande hoeken zijn gelijk
Gestrekte hoek
Slide 10 - Slide
Wanneer je drie hoeken van een vierhoek weet, dan kun je de vierde berekenen.
Dit is de berekening!
Slide 11 - Slide
Hoeveel graden is de hoek bij het vraagteken?
A
140 graden
B
145 graden
C
135 graden
D
150 graden
Slide 12 - Quiz
Gelijkbenige driehoek
Leerdoel:
Ik kan zelf een gelijkbenige driehoek maken.
Slide 13 - Slide
Gelijkbenige driehoek
Een gelijkbenige driehoek heeft twee gelijke benen.
benen
de zijden die even lang zijn, noemen we de benen
basis
de andere zijde heet de basis
basishoeken
de hoeken aan de basis heten de basishoeken
tophoek
de andere hoek heet de tophoek
Slide 14 - Slide
Tophoek
Basishoek
Basishoek
Slide 15 - Drag question
Driehoek tekenen
Je krijgt gegevens om te kunnen tekenen:
Driehoek ABC, daarbij is:
AB = BC = 5 cm
AC = 4 cm
Slide 16 - Slide
Stap 1: Maak een schets
Driehoek ABC, daarbij is:
AB = BC = 5 cm
AC = 4 cm
Hulpmiddelen:
geodriehoek, potlood en passer.
Slide 17 - Slide
Stap 2: Teken lijn AB
Je begint met lijn AB, want die ligt plat. Je maakt de lijn 5 cm.
Slide 18 - Slide
Stap 3: Teken cirkel bij B
Lijn BC moet ook 5 cm worden.
Daarom teken je met je passer een cirkel om B heen, met B als middelpunt en de straal 5 cm (je zet de pootjes van je passer 5 cm uit elkaar).
Slide 19 - Slide
Stap 4: Teken cirkel bij A
Lijn AC moet 4 cm worden.
Daarom teken je met je passer een cirkel om A heen, met A als middelpunt en de straal 4 cm (je zet de pootjes van je passer 4 cm uit elkaar).
Slide 20 - Slide
Stap 5: Zoek punt C
Punt C vind je waar de twee cirkels elkaar raken. Dan kan boven of onder lijn AB. Meestal kiezen we boven de lijn.
Slide 21 - Slide
Stap 6: Maak de driehoek ABC
Vanuit punt C trek je een lijn naar A en een lijn naar B en je hebt driehoek ABC gemaakt!
Slide 22 - Slide
Welke hoek is de tophoek van driehoek ABC?
Slide 23 - Open question
Welke hoeken zijn de basishoeken?
A
A en B
B
B en C
C
A en C
D
alleen A
Slide 24 - Quiz
Van driehoek ABC is hoek A 75 graden. Hoeveel graden is hoek B dan?
A
25 graden
B
30 graden
C
35 graden
D
75 graden
Slide 25 - Quiz
Wanneer je niet meer weet hoe je een driehoek moet maken, wanneer je de hoeken in graden hebt gekregen, kijk dan het volgende filmpje. (Volgende slide)