Junior Einstein groep 7 les 6 (Familiegerechten)

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 7

Dit is Junior Einstein les 5 voor groep 7.

De tekst: Familiegerechten.

Je krijgt zo een tekst te zien. Lees deze tekst eerst goed door. Maak daarna de vragen. De tekst komt voor elke vraag opnieuw in beeld, zodat je makkelijk met één klik naar de tekst kunt.

Tip: Lees voor het beantwoorden van de vraag ook de zinnen die voor en na de genoemde regels komen!

1. Lees: Dat zijn ... gemaakt. (r. 3 en 4)
Wat doet de schrijfster hier?

1. Ze geeft een reden.
2. Ze geeft een uitleg.
3. Ze beschrijft een gevolg.
4. Ze geeft een voorbeeld.

2. Lees: Het recept ... enzovoorts. (r. 5-7)
Welke woord past het best bij dit stukje?

1. grootmama
2. generaties
3. families
4. tantes

3. Lees: Dat is ... zonde! (r. 8)
De schrijfster wil nog sterker benadrukken hoe zonde ze het vindt.
Welk woord moet de schrijfster plaatsen tussen: natuurlijk zonde?

1. erg
2. meestal
3. toch
4. ook

4. Lees: Heb jij ... familiegerecht? (r. 11)
Waarom zou de schrijfster deze vraag stellen?

1. om je te informeren
2. om je uit te dagen
3. om je advies te geven
4. om haar mening op te dringen

5. Lees: Elk recept ... nagerechten ... (r. 12 en 13)
Wat betekent de dubbele punt in deze zin:
Elk recept is welkom:?

1. Nu volgt een citaat.
2. Nu volgt een uitleg.
3. Nu volgt een vraag.
4. Nu volgen voorbeelden.

6. In welke zin doet de schrijfster een voorstel?

1. In: Hoe meer ... wordt. (r.11 en 12)
2. In: Vermeld jouw ... is. (r. 13 en 14)
3. In: Je mag ... meesturen. (r. 17)
4. In: Ben je ... geworden? (r.17 en 18)

7. Waarom wil de schrijfster een kookboek maken?

1. Zodat recepten van familiegerechten verloren gaan.
2. Zodat recepten van familiegerechten bewaard blijven.
3. Zodat mensen alleen nog maar familiegerechten gaan maken.
4. Zodat ze haar recept van de bruinebonensoep bekend kan maken.

8. Waar zal deze tekst te vinden zijn?

1. in een leesboek
2. in een dagboek
3. in een tijdschrift
4. in een handIeiding