This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
ADHD
Slide 1 - Mind map
Slide 2 - Video
00:43
Waar staat ADHD voor?
A
attention deficit hypo disorder
B
attention deficit hyperactivity disorder
C
atrraction deficit hyperactivity disorder
D
attention difficult hyperactivity disorder
Slide 3 - Quiz
01:15
Wat is géén oorzaak van ADHD?
A
Erfelijkheid
B
neurobiologische stoornis
C
Geslacht
D
Omgeving
Slide 4 - Quiz
01:42
Leg het verschil uit tussen ADHD en ADD
Slide 5 - Open question
02:07
Wat is géén symptoom van ADD?
A
Snel afgeleid
B
Uitstelgedrag vertonen
C
Negatieve feedback persoonlijk aantrekken
D
Hyperactiviteit
Slide 6 - Quiz
02:33
Wat is géén symptoom van ADHD?
A
Impulsiviteit
B
Angstklachten
C
Ongevoeligheid
D
Risico op verslaving
Slide 7 - Quiz
02:57
Beschrijf de positieve eigenschappen van ADHD?
Slide 8 - Open question
03:38
Welke behandeling vind jij het beste passen bij mensen met ADHD?
Slide 9 - Open question
Subtypen ADHD
De genoemde kenmerken komen niet bij iedereen voor. Daarom zijn worden er 3 subtypen van ADHD onderscheiden:
Het gecombineerde type (onoplettendheid én hyperactiviteit)
Het type aandachttekort (vooral onoplettendheid)
Het type hyperactiviteit & impulsiviteit (vooral hyperactiviteit en impulsiviteit
Slide 10 - Slide
Diagnose ADHD DSM-5
Een duidelijk aanwezig patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit dat interfereert met het functioneren of de ontwikkeling, zoals gekenmerkt door onoplettendheid en/of hyperactiviteit en impulsiviteit.
Symptomen moeten aanwezig zijn vóór het 12e levensjaar
De symptomen dienen zich voor te doen op twee of meer terreinen. Hierbij kun je denken aan school, werk, vrienden, gezin of sportvereniging.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Doelstellingen voor je les
Succes ervaren
houden aan afgesproken regels
leren omgaan met winst en verlies
energie kwijtraken
samenwerking verbeteren
zelfvertrouwen ontwikkelen
incasseren, doorzetten
hulp accepteren
plezier maken
Slide 13 - Slide
Organisatie in je les
Gebruik overzichtelijke organisatievormen
werk met kleine groepjes, niet teveel wisselingen
geef kinderen een vaste plek
laat geen onnodige materialen in de zaal slingeren
gebruik regels die duidelijk zijn en de deelnemers ook echt na kunnen leven
gebruik strakke tijdschema's: Op tijd terug naar de kleedkamer
Hou de instructie kort: Kort plaatje, duidelijk praatje en daadje!
Slide 14 - Slide
Wat is géén subtype van ADHD?
A
Het type hyperactiviteit & impulsiviteit
B
Het type aandachttekort
C
Het gecombineerde type
D
Het meervoudige type
Slide 15 - Quiz
Wat moet je vooral NIET doen in een les met kinderen met ADHD?