Na deze les weet je wat de 3 geldfuncties zijn, kun je het verschil tussen directe en indirecte ruil aangeven en weet je welke betaalmiddelen er zijn
In deze les worden de begrippen
inflatie en koopkracht benoemd. Je kijkt hoe dit samenhangt met de inkomens. Je leert hoe je het
consumentenprijsindexcijfer kunt berekenen en wat dit inhoudt.