M3 SP P2 Gerundio / ser-estar-hay

1 / 35
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare school

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hola
¿Qué día es? 
lunes
martes
miércoles
jueves
viernes 
sábado
domingo
¿Qué fecha es? 
Es el .... de ..... de .... 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

¿Qué has hecho durante las vacaciones de Navidad?
timer
1:00

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Programa de esta semana
  1. Wat gaan we deze 2 (?) weken online doen? 
  2. Eindtoets wordt samengevoegd met boektoets
  3. Wat willen jullie doen  in de leeslessen? 
  4. Gerundio herhalen
  5. Zelfstandig werken aan opdrachten (28,29,30,33)
  6. Deberes

Slide 4 - Slide

Les in twee delen 
Gerundio

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Estar + gerundio ejemplos
Ik ben aan het eten                             estoy comiendo
wij zijn aan het voetballen               estamos jugando al fútbol
jij bent aan het studeren                  estás estudiando
hij is aan het duiken                           está buceando
jullie zijn aan het leren                      estáis aprendiendo
zij zijn aan het dansen                       están bailando

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Let op bij wederkerende werkwoorden
Die kunnen op twee manieren. Vergeet het accent niet dat nodig is voor de klemtoon als het wederkerend voornaamwoord en achter aan vast komt. 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Samenvattig estar + gerundio in één schema

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gramática 
¿Qué están haciendo estas personas?
Wat zijn deze mensen aan het doen. Gebruik "estar + gerundio"

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gramática 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gramática 
Wat moet er op de stippellijntjes staan?

Met ……………. praat je over de toekomst.

Met …………………….praat je over iets wat nog aan de gang is.

Met ……………………… praat je over iets dat al is afgelopen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gramática 
Met ir a + infinitivo praat je over de toekomst.

Met  estar + gerundio praat je over iets dat nog aan de gang is.

Met de pretérito perfecto praat je over iets in het verleden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Link

This item has no instructions

de GERUNDIO maak je door...
A
ir + a + hele ww
B
haber + stam ww + ado/ido
C
estar + stam ww + ando/iendo

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vervoeg in de GERUNDIO
Ustedes (escuchar) ______ una canción.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

vervoeg in de GERUNDIO
Vosotros (vivir) ___ ___ en Valencia.

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg in de GERUNDIO
Nosotros (caminar) __ __ en la playa.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg in de GERUNDIO
Yo (comer) ___ __ una pizza.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg in de GERUNDIO
¿Tu (aprender) ____ ____ mucho en la clase?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Repasamos el gerundio

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Bij welk hoofdstuk ben je ongeveer met je leesboekje?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Hoe zie je de invulling van de leeslessen van de vrijdag?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Maak in je werkboek opdracht 25 t/m 33 
Leer de rijstjes van ser,estar,hay
timer
15:00

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Deberes           Huiswerk

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

1) HAZ (=maak)
Ejercicio 28,29,30,33 (+25 tot 28 als je die nog niet af had) 
Lever foto's van de opdrachten in, in Teams bij het tabblad opdrachten. De opdracht heet: HW SP M3 gerundio

2) Aprende: De rijtjes en betekenissen van ser, estar 



Los deberes para la próxima clase

(het huiswerk voor de volgende les...)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

OJO
  • Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend en in het Nederlands niet: despertarse (wakker worden), levantarse (opstaan)
  • Sommige wederkerende werkwoorden hebben ook een stamklinkerwisseling: despertarse (ie) = wakker worden, acostarse (ue) naar bed gaan, vestirse (i) = zich aankleden
  • Alléén werkwoorden die eindigen op -se zijn wederkerend, pas dus op dat je niet overal me, te, se etc. voor gaat zetten!!!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

levantarse, yo

Slide 34 - Open question

This item has no instructions

lavarse, ellos

Slide 35 - Open question

This item has no instructions