- onzeker gedrag, angst, weinig zelfvertrouwen
- praat de ideeën van haar vriend (vriendin) na
- praat alles goed wat haar vriend (vriendin) doet
- is altijd samen met haar (zijn) vriend (vriendin)
- heeft vaak ‘ongelukjes’ en onverklaarbare verwondingen
- doet negatief over zichzelf en anderen
- heeft verslavingsverschijnselen