Ontdek de wereld van Nederlandse taal

Ontdek de wereld van Nederlandse taal

1 / 19

Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Ontdek de wereld van Nederlandse taal

Slide 1 - Slide

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je voornaamwoorden en woordsoorten in het Nederlands herkennen en toepassen

Slide 2 - Slide

Voornaamwoorden

Persoonlijk, bezittelijk, aanwijzend en vragend

Slide 3 - Slide

Voornaamwoorden - Meerkeuzevragen

Welk type voornaamwoord vervangt een zelfstandig naamwoord?

Slide 4 - Slide

Voornaamwoorden - Open Vragen

Geef een voorbeeld van een aanwijzend voornaamwoord

Slide 5 - Slide

Voornaamwoorden - Waar/niet waar

Een aanwijzend voornaamwoord kan ook een bezittelijk voornaamwoord zijn. Waar of niet waar?

Slide 6 - Slide

Woordsoorten

Lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, hulpwerkwoord, koppelwerkwoord en zelfstandig werkwoord

Slide 7 - Slide

Woordsoorten - Meerkeuzevragen

Welk woord hoort niet in de rij thuis: stoel, tafel, lopen, mooi?

Slide 8 - Slide

Woordsoorten - Open Vragen

Noem een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Slide

Woordsoorten - Waar/niet waar

Een voorzetsel geeft altijd een handeling aan. Waar of niet waar?

Slide 10 - Slide

Voegwoord

Verbindt zinnen of delen van zinnen

Slide 11 - Slide

Voegwoord - Meerkeuzevragen

Welk woord is een voegwoord: en, tafel, mooi, snel?

Slide 12 - Slide

Voegwoord - Open Vragen

Geef een voorbeeld van een voegwoord

Slide 13 - Slide

Voegwoord - Waar/niet waar

Een voegwoord verbindt zinnen maar kan ook een zelfstandig naamwoord zijn. Waar of niet waar?

Slide 14 - Slide

Samenvatting

Herhaal de belangrijkste begrippen van de les

Slide 15 - Slide

Oefening

Los een aantal oefeningen op met voornaamwoorden, woordsoorten en voegwoorden

Slide 16 - Slide

Toetsvoorbereiding

Geef tips voor het voorbereiden op de toets

Slide 17 - Slide

Toets

Maak de toets over voornaamwoorden, woordsoorten en voegwoorden

Slide 18 - Slide

Evaluatie

Bespreken wat je hebt geleerd en wat je nog moeilijk vindt

Slide 19 - Slide