mardi, le 5 février

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour H2a

Qu'est-ce qu'on va faire?

• objectifs
• parler
• proefso
• écouter
• level 3
  

Objectifs

Spreekvaardigheid:

Ik kan mijzelf en anderen omschrijven.

Kijk-/luistervaardigheid:

Ik kan de belangrijkste informatie halen uit korte kijk-/en luisterfragmenten als ik weet waar het over gaat en er veel bekende woorden in voorkomen.

Ondersteunende vaardigheden:

Ik ken voldoende woorden en uitdrukkingen rondom het thema mon idole.

Ik begrijp hoe je de verleden tijd gebruikt in het Frans.

.

la prononciation

prononciation

é  =  ee  -> café, électricité

er = ee -> parler, donner, chercher

ez = ee -> chez, vous parlez

prononciation

è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège

ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre

ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

prononciation

(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi

qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique

oi         = wa  ->  trois, moi, toi, histoire

ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour

Tu connais quelles couleurs?

Qu'est-ce que tu portes?

Qui est-ce?

grammaire C 

imparfait

imparfait

nous-vorm werkwoord   - ons :   

                    nous parlons  ->  parl

                    nous choisissons -> choisiss

                    nous avons       ->  av

uitzondering:  être -> nous sommes -> ét   (j'étais, tu étais, etc)   

                    

imparfait

zet de juiste uitgang achter de stam

je                    ais

tu                   ais

il/elle/on     ait

nous             ions

vous              iez

ils/elles       aient

                    

SO

Niet voor een cijfer :-)

Klaar? 

-> laat je so door je buurman/-vrouw nakijken

-> weektaak

nakijken

laat je so door je buurman/-vrouw nakijken

accentfout:   1/4

spelfout:  1/2

fout in gram.:   1

zinnen: 2 punten per zin

klaar? -> link in je mail -> korte samenvatting (max. half a4)

Level 3

leren woorden/zinnen F + werkwoord G

maken opdr onder Écrire

(Let op: de opdrachten van écouter en lire moet af zijn!)

Objectifs

Spreekvaardigheid:

Ik kan mijzelf en anderen omschrijven.

Kijk-/luistervaardigheid:

Ik kan de belangrijkste informatie halen uit korte kijk-/en luisterfragmenten als ik weet waar het over gaat en er veel bekende woorden in voorkomen.

Ondersteunende vaardigheden:

Ik ken voldoende woorden en uitdrukkingen rondom het thema mon idole.

Ik begrijp hoe je de verleden tijd gebruikt in het Frans.

.