Leesportfolio

1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Het leesportfolio

Je leest dit jaar:

  • 3 boeken
  • 16 artikelen
  • 10 vrije keuzes (gedicht, songtekst, strip)

Slide 2 - Slide

Verwerkingsopdrachten

Bij elk gelezen stuk beantwoord je de vragen op de bijbehorende opdrachtbladen.


Hierna volgt de uitelg over elk opdrachtenblad.

Slide 3 - Slide

Artikel

Informatie over het artikel

  • Titel
  • Schrijver
  • Bron
  • Datum van druk
  • Aantal pagina's
  • Aantal alinea's

Slide 4 - Slide

Informatie over de inhoud
  • Onderwerp
  • Hoofdgedachte
  • Samenvatten
  • Opbouw
  • Doelgroep
  • Moeilijke woorden
  • Keuze en mening

Slide 5 - Slide

Boek

Slide 6 - Slide

Gedicht

informatie over het gedicht

  • Titel
  • Schrijver
  • Bron
  • Datum van eerste verschijning

Slide 7 - Slide

Informatie over de inhoud
  • Onderwerp
  • Gevoel
  • Citeer regels
  • Lay-out
  • Strofes
  • Rijm (Eindrijm, beginrijm, klankrijm, oogrijm; voorbeelden volgen)
  • Begrip
  • Keuze

Slide 8 - Slide

Beginrijm


Alliteratie is rijmen door gebruik te maken van dezelfde klanken aan het begin van een woord.


  • Wie weet waar Willem Wever woont?




Voorrijm is rijm aan het begin van de versregels.

  • blinkende toortsen en flonkrend kristal,
    klinkende kelken en jubelgeschal!


Een anafoor is een stijlfiguur die bestaat uit het herhalen van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.

    • Niemand die het weet,
      niemand die wat doet
      niemand die het wat kan schelen ...

Slide 9 - Slide

Eindrijm


Bij eindrijm rijmen de laatste klanken van woorden op elkaar.


Let goed op

lees dit goed

anders weet je straks niet

hoe dit moet

Slide 10 - Slide

Klankrijm

Een rijm waarbij alleen de klinkers van een beklemtoonde lettergrepen op elkaar
rijmen. Het komt aan het eind van de zin voor maar ook in het midden.

Voorbeeld: 


‘Er waren twee mensen aan het praten,


Tot ze plots allebei zagen,


Dat er twee apen waren.’

Oogrijm

Oogrijm noemt men wel rijm die op het oog wel rijmt, maar in klank niet. Het begrip komt uit het Engels, waar slaughter niet rijmt op laughter.


  • Jantje dat kleine guitje
    speelt met vaders pijp-
    etuitje.

Slide 11 - Slide

Stripverhaal

Informatie over het stripverhaal

  • Titel
  • Schrijver/tekenaar
  • Genre
  • Fictie/non-fictie
  • ISBN
  • Aantal pagina's
  • Datum eerste uitgave

Slide 12 - Slide

Inhoud
  • Hoofdpersoon
  • Ander belangrijk persoon
  • Samenvatting
  • Opbouw
  • Belangrijk moment
  • Belangrijke plekken
  • Verteltijd, vertelde tijd, kalendertijd
  • Titelverklaring
  • Keuze
  • Verwachting


Slide 13 - Slide

Informatie over het boek
  • Titel
  • Schrijver
  • Genre (uitleg volgt)
  • Fictie of non-fictie
  • ISBN
  • Aantal pagina's
  • Datum eerste uitgave

Slide 14 - Slide