Cellen aan de basis les 2.4 Organellen

Les 2.4 Organellen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Les 2.4 Organellen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Nakijken opdrachten les 2.3
Uitleg les 2.4
Opdrachten maken 2.4
Evaluatie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kan een cel beschrijven als een zelfstandige biologische eenheid.

  • Je kunt beschrijven hoe transport van stoffen via (cel)membranen plaatsvindt.

Slide 3 - Slide

Celkern
Bestaat uit kernplasma omgeven door een kernmembraan.
Via de openingen in het membraan vindt transport plaats. Kernporiën

In het kernplasma liggen chromosomen. Deze bestaan uit lange DNA moleculen en bevatten erfelijke eigenschappen.

Slide 4 - Slide

Flipping the classroom
Zoek de betekenis op van:
  1. Endoplasmatisch Reticulum
  2. Ribosomen
  3. Golgisysteem
  4. Exocytose/ Endocytose
  5. Lysosomen
  6. Enzymen
  7. ATP
  8. Motoreiwitten
  9. Fosfolipiden
  10. Mitochrondiën

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Flipping the classroom
Zoek de betekenis op van:
  1. Endoplasmatisch Reticulum
  2. Ribosomen
  3. Golgisysteem
  4. Exocytose/ Endocytose
  5. Bladgroenkorrels
  6. Mitochrondiën
  7. ATP
  8. Fosfolipiden
  9. Membraaneiwitten

timer
10:00

Slide 6 - Slide

Endoplasmatisch Reticulum


Netwerk van membranen dat dient voor transport van stoffen binnen een cel.


De membranen van het ER zijn verbonden met het kernmembraan.

Slide 7 - Slide

Endoplasmatisch Reticulum (ER)
ruw endoplasmatisch reticulum*
  • Ontvangt eiwitten van ribosomen
  • Deze eiwitten worden verder
getransporteerd voor bewerking

glad endoplasmatisch reticulum:
  • rol bij vetproductie 
  • afbraak gifstoffen

* ruw vanwege de ribosomen

Slide 8 - Slide

Ribosomen
RNA wordt afgelezen in ribosomen
Hierbij worden eiwitten gevormd


Slide 9 - Slide

Ribosoom

Slide 10 - Slide

Golgisysteem

Slide 11 - Slide

Golgisysteem
Bestaat uit:
Stapel membranen

Functie:
bewerkt nieuwe eiwit moleculen tot juiste vorm
Bijvoorbeeld:


Eiwitten verlaten het Golgisysteem in blaasjes (lysosomen)



  • Toevoeging fosfaatgroepen
  • Wijzigen suikergroepen



Slide 12 - Slide

Lysosoom
Een blaasje dat zich in het cytoplasma bevindt. 

Lysosomale enzymen in de lysosomen breken afvalstoffen van de cel af.

Deze afbraakproducten hergebruikt of veilig uitgescheiden kunnen worden.

Slide 13 - Slide

Transport via blaasjes
Endocytose 
Exocytose
(opnemen)                                                                     (afgeven)

Slide 14 - Slide

ATP
Bij de verbranding van glucose in mitochrondiën ontstaat energie.
 

Deze energie wordt vastgelegd in het molecuul ATP.

Als ergens in de cel energie nodig is dan kan dit vrij worden gemaakt uit ATP


(Adenosinetriphosphate)

Slide 15 - Slide

Bladgroenkorrels
- Zetten lichtenergie om in glucose (fotosynthese)
- Binnen én buitenmembraan
- Lijkt op stapeltjes munten

Slide 16 - Slide

Fosfolipiden
Dubbele laag fosfolipiden

Zijn voortdurend in beweging, 
waardoor een membraan geen 
vaste vorm heeft, maar een 
dun vloeibaar vliesje.

Slide 17 - Slide

Trilharen
  • Trilharen: verplaatsen de cel of stoffen over de cel

  • Zweephaar: lang, 1 of 2 per cel, maken golfbewegingen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Motoreiwitten

Motoreiwitten: verplaatsen zich langs cytoskelet en transporteren blaasjes en eiwitten 

De voetjes kunnen ook echt lopen. Elke stap kost ATP

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Je maakt van 4 Organellen

Opdracht 1,2,3 en  5 t/m 9
Kleurenschema dierlijke cel

Eventueel opdracht 4 en 10

Slide 21 - Slide

Evaluatie






Hoe vond je deze manier van werken?

Slide 22 - Slide