past simple

welcome class
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

welcome class

Slide 1 - Slide

planning
Goals
Grammar 1
Grammar 2

Slide 2 - Slide

goals 
  • ik snap hoe je vraagzinnen in de verleden tijd (past simple) maakt 
  • ik snap hoe je ontkenningen maakt in de verleden tijd (past simple) in het Engels

Slide 3 - Slide

wat weet je over de past simple?

Slide 4 - Mind map

grammar 1
  • Past simple: questions
  • 3 regels
  • regel 1: was/ were could/ would
  • regel 2: Did
  • WH vragen (who, what, which, when, where, how)
  • Ex. 57 a

Slide 5 - Slide

REGEL 1
  • was/were aan het begin van de zin
  • could/ would aan het begin van de zin

Voorbeeld:
WAS your mum in Italy two weeks ago?
WERE you happy?
Would you ever do that?

Slide 6 - Slide

I was on a holiday in Spain
maak de zin vragend
A
Was I on a holiday in Spain?
B
I was going on a holiday in Spain
C
I was on a holiday in Spain
D
I am not going on a holiday in Spain

Slide 7 - Quiz

maak de zin vragend
You were going home

Slide 8 - Open question

regel 2
Bij andere vragen zet je DID voor de zin
LET OP! als er did in de zin voorkomt hoef je het werkwoord niet WEER in de verleden tijd te zetten

Voorbeeld:
I brought my glasses --> Did you bring your glasses?

Slide 9 - Slide

They went to the airport
A
Did they go to the airport?
B
Are they going to the airport?
C
Did they went to the airport?
D
They were wenting to the airport

Slide 10 - Quiz

maak de zin vragend
Sam travelled by train (gebruik did)

Slide 11 - Open question

regel 3
  • wanneer  je een WH-vraag stelt. Zet je het woord aan het begin van de zin
voorbeeld:
Where were you?
How are you?
Maak ex. 57 A 
klaar? maak 57 B

Slide 12 - Slide

grammar 2
  • twee manieren om de past simple ontkennend te maken 

Slide 13 - Slide