congruentie

1 / 26
next
Slide 1: Link
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Link

eerst even erin komen...

Slide 2 - Slide

volgens welke groep gaat aurum?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quiz

volgens welk groep gaat centurio, centurionis?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

volgens welke groep gaat exitus, exitus?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 5 - Quiz

Nu niet meer in de nominativus: volgens welke groep gaat het vormpje animalis?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Sommige vormen kunnen van meerdere woorden, uit verschillende groepen komen. Van welke twee woorden kan het vormpje moris komen?

Slide 7 - Open question

Het zelfde geldt voor het vormpje ora.
Van welke woorden kan dat vormpje komen?

Slide 8 - Open question

en de laatste: van welke woorden kan soli komen?

Slide 9 - Open question

dezelfde uitgang betekent niet per se dezelfde naamval, weten we nu. Welke combinatie klopt?
A
iuvenis fortis
B
iuvenis magnis
C
domini forti
D
domini magni

Slide 10 - Quiz

lucibus (ignotus)
A
ignotibus
B
ignotis
C
ignotus

Slide 11 - Quiz

sidus (pulcher)
A
pulcher
B
pulchrum
C
pulchrus

Slide 12 - Quiz

formarum (parvus)
A
parvum
B
parvarum
C
parvis
D
parvae

Slide 13 - Quiz

sceleris (magnus)
A
magnis
B
magni
C
magnae

Slide 14 - Quiz

Vaak kun je snel een goede woordgroep maken door alleen op de betekenis van de woorden te letten. Doe dat hier ook en maak de juiste combinaties.
magnum
carae
iratum
ignotae
pulchris
clara
puellis
gentes
patrem
munus
matris
sidera

Slide 15 - Drag question

Welke combinatie(s) van bijv. nw. en zelfst. nw. congrueert / congrueren?
A
feminae humili
B
servum fidelium
C
tempus breve

Slide 16 - Quiz

groep 1/2
groep 3
ceterus
humilis
ferox
brevis
ingens
extremus

Slide 17 - Drag question

welke woorden congrueren met elkaar?
Hic Postumius accensus ira tum quoque ait eam cum Aebutio se amatore cavallari credere

Slide 18 - Open question

welke woorden congrueren met elkaar?
Huic consuetudo iuxta vicinaitatem cum Aebutio fuit, minime adulescentis aut rei aut famae damnosa

Slide 19 - Open question

welke woorden congrueren ?
Admiratus cum verba tum perturbationem tantam, adulescens parcere exsecrationibus iubet

Slide 20 - Open question

wat congrueert?
orare inde atque obsecrare ut eam rem quocumque modo discuteret

Slide 21 - Open question

exclamat(...) eum (...) illius excetrae delenimentis et venenis imbutum nec parentis nec vitrici nec deorum verecundiam habere

Slide 22 - Open question

... et consul paulo post , velut forte intervenisset, sermonem de Aebutio fratris eius filio infert.

Slide 23 - Open question

wat congrueert?
matronas Baccharum habitu crinibus passis cum ardentibus facibus decurrere ad Tiberim

Slide 24 - Open question

consul socrum rogat ut aliquam partem aedium vacuam faceret

Slide 25 - Open question

res omnes Faeceniae extemplo translatae et familia accersita

Slide 26 - Open question